Milieubeleidsnota Defensie 2004

Ministerie van Defensie, 14 januari 2004

Staatssecretaris van Defensie, Cees van der Knaap, stuurt op 14 januari 2004 Defensie Milieubeleidsnota (DMB) 2004 naar de Tweede Kamer. Uitgangspunt van de nota is een milieuverantwoorde bedrijfsvoering, waarbij de belasting van het milieu in beginsel bij de bron wordt aangepakt. Als eerste van alle departementen zal Defensie nog in 2004 in de gehele organisatie over milieuzorgsystemen beschikken. In totaal zal het ministerie tot 2009 zo'n 104 miljoen euro besteden aan milieumaatregelen. Aan baten is een bedrag van 43 miljoen euro becijferd. Dat bedrag komt onder meer uit het overschakelen op zogeheten hoogrendements-ketels en energiebesparende maatregelen als gevolg van duurzaam bouwen.

Na een grondige evaluatie van de Defensie Milieubeleidsnota 2000 zijn in de DMB 2004 zo'n 26 doelstellingen geformuleerd tot en met het jaar 2008. De belangrijkste doelstellingen liggen op het gebied van klimaat en energie, geluid, gevaarlijke stoffen, afval, milieuzorg, en biodiversiteit en natuur.

geluid

De drie doelstellingen voor geluid zijn:

Veel defensieactiviteiten, zoals gebruik van luchtvaart-, schiet- en oefenterreinen, veroorzaken geluid.

Het rijksbeleid uit het NMP4 stelt als doel: “dat in 2010 in stedelijke gebieden een forse verbetering van de akoestische kwaliteit zal zijn gerealiseerd, dat bij woningen geen overschrijding van de grenswaarde 70 dB(A) meer plaats vindt, alsmede dat in de Ecologische Hoofdstructuur de akoestische situatie niet is verslechterd ten opzichte van 2000.” De NMP4 doelstelling zal in 2006 worden geëvalueerd.

Defensie streeft naar het beheersen en beperken van geluidhinder. Om dit te kunnen doen, zijn beoordelingsmaten nodig, waarmee de geluidhinder inzichtelijk gemaakt kan worden. Voor het geluid van luchtvaartterreinen en Wm-inrichtingen zijn maten aanwezig en zijn geluidszones vastgelegd of vergunningen afgegeven. Ook voor schiet- en voertuiggeluid is een beoordelingsmaat ontwikkeld. Defensie gebruikt haar objecten zodanig dat zo min mogelijk geluidhinder voor de omgeving ontstaat en dat de geluidbelasting in ieder geval binnen de zones en vergunningen blijft.

Defensie heeft, conform de Luchtvaartwet, voor alle luchtvaartterreinen een geluidszone vastgelegd. Het ministerie van VROM heeft rondom daarvoor in aanmerking komende inrichtingen een geluidszone op grond van de Wet geluidhinder vastgesteld. Tenslotte zijn er 50 dB(A) contouren rond een deel van de Wm vergunningplichtige inrichtingen beschikbaar. Daarmee is voor deze objecten het indirecte geluidruimtebeslag in kaart gebracht.

Voor de luchtvaartterreinen wordt jaarlijks de geluidcontour openbaar gemaakt die berekend is op basis van de daadwerkelijk uitgevoerde vliegtuigbewegingen. Deze geluidcontouren worden getoetst aan de vastgestelde geluidszones.

Met het vaststellen van de zones is het aantal bestaande woningen en andere geluidgevoelige gebouwen in de zone bepaald. Binnen de zones rond luchtvaartterreinen heeft Defensie een geluidisolatieprogramma uitgevoerd.

Geluid is één van de afwegingscriteria in het Defensie materieelkeuzeproces, waaraan alle grote materieelaanschaffingen zijn onderworpen.

beoordelingsmaten

Om geluidhinder te kunnen beheersen zijn beoordelingsmaten nodig, waarmee de geluidhinder inzichtelijk gemaakt kan worden. Voor specifiek militaire geluidsoorten, waarvoor nog geen maat voorhanden is, wil Defensie bijdragen aan de ontwikkeling. Voor de ontwikkeling van kennis over de beoordeling van oefenterreingebonden vliegtuiggeluid wordt aansluiting gezocht bij ontwikkelingen in Navo en EU-verband. Samen met de ministeries van VROM en V&W zal worden gewerkt aan een wettelijke implementatie.

erfenissen

Nu erfenissen uit het verleden, zoals bodemverontreinigingen, inmiddels grotendeels zijn opgeruimd, kan het milieubeleid van Defensie zich meer richten op preventie van milieubelasting en het opstellen van beheersplannen. Op basis van recent NAVO-milieubeleid zal bovendien nog meer aandacht worden gegeven aan milieu-aspecten tijdens oefeningen en vredesoperaties. Daarnaast zal bij de aanschaf van nieuw materieel stringenter naar milieu-prestaties worden gekeken.

windturbines

Eén van de opvallendste projecten uit DMB 2004 is een windturbinepark in Drenthe. Defensie gaat daarbij deelnemen aan een provinciaal project op en naast het magazijnencomplex te Coevorden. Van acht à negen te plaatsen turbines, die elk 2 MegaWatt elektriciteit gaan opwekken, zal het ministerie van Defensie er zes voor zijn rekening nemen. Dat betekent een investering van ruim 19 miljoen euro. Deze investering wordt echter binnen tien jaar geheel terugverdiend. Het turbinepark past in de doelstelling dat bij Defensie, conform het Rijksbeleid, eind 2008 zo'n 75% van het elektriciteitsverbruik duurzaam wordt opgewekt.

Bron: via Nieuwsbank, lees hier de volledige nota: DMN_tcm6-37228.pdf

home...