Vereniging Nederlandse Gemeenten, 11 april 2006
Ruimtelijke ontwikkeling en milieubeleid zijn beide gericht op de verbetering van de kwaliteit van de leefomgeving. Ook op lokaal niveau dienen ruimtelijke plannen en kansen voor het milieu vroegtijdig op elkaar te worden afgestemd. Met een nieuwe collegeperiode voor de boeg adviseert de VNG gemeenten om milieubeleid een goede plek op de lokale agenda te geven.
De Agenda Lokaal Milieubeleid geeft aan dat gemeenten de eerst aangewezen overheid is om samenhang en kwaliteit te leveren in ruimtelijke en milieu-ontwikkelingen. Gemeenten beschikken al over diverse instrumenten om dit te doen. Voorbeelden daarvan zijn de werkwijzen Stad en Milieu en Milieu in de Leefomgeving (MILO).
Niet alleen verbetering van de leefomgeving, ook het verbeteren van de dienstverlening is een prioriteit voor de komende collegeperiode. Voor het verlenen van vergunningen en het uitvoeren van de handhaving zijn gemeenten voor burgers en bedrijven het eerste aanspreekpunt. De afgelopen jaren zijn in het kader van het project professionalisering van milieuhandhaving door gemeenten de nodige verbeteringen aangebracht in het traject van vergunningverlening en handhaving.
Om de handhaving een verdere impuls te geven heeft de VNG een handreiking Naar verbeterde prestaties handhaving VROMtaken voor de gemeenten opgesteld. Deze handreiking is eind april voor alle gemeenten beschikbaar.
Gemeenten kunnen het lokale milieubeleid niet zonder meer adequaat invullen. Daarvoor zijn rijkskaders en -middelen onontbeerlijk. In de Agenda Lokaal Milieubeleid geven gemeenten aan behoefte te hebben aan:
Met name op de themas externe veiligheid, geluid- en luchtkwaliteit, water en klimaat en energie worden van het rijk duidelijke randvoorwaarden verwacht om de lokale invulling optimaal te kunnen waarmaken.
Bron: website VNG