Veel verkeersgeluid maakt slaap onrustiger

TNO, 11 april 2007

Mensen slapen onrustiger, worden vaker wakker en vinden zelf ook dat hun slaapkwaliteit afneemt naarmate er tijdens hun slaap meer geluid van weg- of railverkeer is. Mensen bij wie dit gevonden werd wonen vaak al jaren in het geluid. Blijkbaar worden dergelijke effecten niet weggenomen door gewenning. Deze resultaten komen overeen met eerder onderzoek van TNO naar slaapverstoring door geluid van vliegtuigen in de buurt van Schiphol.

De relatie met Lbi_bron_sleep staat in de figuur links. Deze maat is het equivalente geluidsniveau binnen in de slaapkamer, over zes nachten.Het is het equivalent geluidsniveau representatief voor de individuele verkeersgeluidsbelasting binnen tijdens de slaap van een deelnemer gedurende zes nachten. Lbi_bron_sleep is berekend door over de zes slaapperiodes exponentieel te middelen, rekening houdend met de duur van elke afzonderlijke slaapperiode. De binnenwaarde is berekend op basis van de buitenwaarde, minus het verschil tussen binnen en buiten.

Het onderzoek

TNO voerde een groot onderzoek uit in twaalf woonwijken bij snelwegen, provinciale wegen en uitvalswegen met veel wegverkeer en bij 's nachts drukke spoorlijnen. Gedurende zes nachten en tussenliggende dagen namen 262 volwassenen (18 tot 80 jaar, waarvan 55 procent vrouwen) aan het onderzoek deel. Het geluid werd tijdens de onderzoeksnachten continu, zowel buiten als in de slaapkamer, gemeten. Een bewegingsmeter om de pols van de proefpersonen hield continu de bewegingen bij. Hieruit werd de motorische onrust tijdens een verkeerspassage en over een gehele slaapperiode bepaald. Met een druk op een knop op de bewegingsmeter kon de deelnemer aangeven wakker te zijn geworden. In een logboek hielden de deelnemers o.a. bij hoe zij vonden dat ze geslapen hadden.

Onrust neemt meteen toe

Het onderzoek laat zien dat door het geluid van een verkeerspassage de motorische onrust gemiddeld genomen direct toeneemt. Deze conclusie is gebaseerd op in totaal meer dan 48.000 verkeerspassages. In de 1572 deelnemersnachten blijkt bij mannen ook de algehele motorische onrust gedurende een slaapperiode toe te nemen met de hoeveelheid geluid binnen van het verkeer. Het aantal maal wakker worden neemt toe met de geluidsbelasting, waarbij bij gelijk verkeersgeluid vrouwen vaker aangeven wakker te zijn geworden dan mannen. Naarmate stille periodes op een locatie schaarser zijn, wat vooral bij snelwegen het geval is, was de algehele motorische onrust tijdens de slaap beduidend hoger.

Belang goede slaap

Goede slaap is van belang is voor uiteenlopende aspecten van ons functioneren, van immuunsysteem tot geheugen. Eerder onderzoek heeft laten zien dat wereldwijd de ervaren slaapverstoring groter is naarmate de geluidbelasting van de woning 's nacht hoger is. In het laboratorium hebben onderzoekers gezien hoe geluid de tijdens de slaap hersenactiviteit, het autonome zenuwstelsel en daarmee de hartslag beïnvloedt. De resultaten van dit onderzoek sluiten goed aan bij de bevindingen uit het laboratorium en de schaarse vergelijkbare onderzoeken naar de invloed van nachtelijk geluid op slaap onder alledaagse omstandigheden. De nieuwe bevindingen duiden er op dat, net als eerder gevonden voor vliegtuiggeluid in vergelijkbaar TNO onderzoek, geluid van weg- of railverkeer ons activeert tijdens de slaap, ook als we er al lang in wonen. Omdat slaap cruciaal is voor ons welzijn en functioneren, ligt hier een belangrijk punt voor verdere aandacht.

Conclusies

Het onderzoek heeft aangetoond dat nachtelijk verkeersgeluid nadelige gevolgen heeft op de slaap. In het onderzoek participeerden 262 deelnemers gedurende zes nachten en vijf dagen. Er is veel informatie verzameld over motorische onrust tijdens het slapen, in de slaapperiode wakker worden, beoordeling van de slaapkwaliteit, moeite om in slaap te komen, en over de hartslag tijdens de slaap (voor een subgroep van 36 personen).

TNO heeft een samenhangend beeld gevonden. Naarmate de blootstelling aan weg- en railverkeersgeluid tijdens de slaap toeneemt, nemen de nadelige gevolgen op motiliteit, hartslag, en op aspecten van de ervaren slaapkwaliteit toe. Het gaat daarbij om geluiden van verkeerspassages die tot in de slaapkamer doordringen. De gegevens hebben we op drie tijdschalen onderzocht, namelijk een verkeerspassage (geluidsgebeurtenis), een slaapperiode, en over alle zes slaapperiodes. Op basis van bijna 6300 gedetecteerde verkeerspassages in het midden van de nacht (gedurende vier uur per nacht) op alle locaties te samen hebben we aangetoond dat er een acute verhoging is van de motiliteit tijdens de passages. Globaal neemt de kans op motiliteit door de luidste onderzochte verkeerspassage midden in de nacht op 0,5 en 4,5 uur na inslapen toe met respectievelijk 10 en 50% van de totaalgemiddelde kans op motiliteit. Deze reacties zijn opmerkelijk, omdat er op locaties veel passages kunnen zijn. Op de locatie met de meeste gedetecteerde verkeerspassages zijn er midden in de nacht gemiddeld 40 passages per uur. De reacties kunnen dan dus vele malen per nacht optreden.

TNO heeft de blootstelling-effect relaties uit het huidige onderzoek vergeleken met de relaties die we hebben afgeleid in eerder onderzoek in de omgeving van de luchthaven Schiphol naar de gevolgen van vliegtuiggeluid hebben uitgevoerd. Globaal zijn de a Ook hebben we een relatie vastgesteld tussen de buiten gemeten geluidsbelasting over de slaapperiodes van de deelnemers en de dichotome effectvariabele ‘al dan niet ten minste eens per week slaapverstoring door de geluidbron’. Met behulp van het verband tussen Lnight buiten en de buiten gemeten geluidsbelasting over de slaapperiodes van de deelnemer kan deze relatie omgewerkt worden naar de relatie met Lnight buiten als geluidsbelastingsvariabele. acute effecten op motiliteit van de luidste en langdurigste in het huidige onderzoek bestudeerde railverkeerspassages bij dezelfde tijd na inslapen een factor vier kleiner dan de acute effecten van de luidste, eerder bestudeerde vliegtuigpassages. Daar staat tegenover dat het aantal vliegtuigpassages veel geringer was: in het onderzoek in de omgeving van Schiphol ging het gemiddeld om 31 vliegtuigpassages gedurende de gehele slaapperiode van de deelnemers. Daarom zou het aantal acute effecten op bewoners in de lawaaiigste situaties nog wel eens van dezelfde orde-grootte kunnen zijn.

De gevonden effecten van weg- en railverkeerspassages op de hartslagfrequentie (aantal slagen per minuut) zijn beperkt. TNO heeft geen relaties kunnen vaststellen van de hartslag met het geluid van de verkeerspassages, maar alleen met alle geluiden die in de slaapkamer optreden. Daarbij is er vrijwel geen acute reactie op de hartslag van mannen, bij de luidste bestudeerde geluiden in de slaapkamer neemt bij vrouwen de hartslag tijdens een geluidsgebeurtenis gemiddeld met 2,5 slag per minuut toe. Op basis van 1572 deelnemersnachten (waarbij in 172 nachten hartslagmetingen zijn uitgevoerd) heeft TNO, gemiddeld over een slaapperiode, effecten vastgesteld van de geluidsbelasting door de verkeersbron op motiliteit (motorische onrust), hartslag en aantal maal zelf-geregistreerd ontwaken. Het huidige onderzoek suggereert dat een hoog achtergrondgeluid op de wegverkeerslocaties, vooral snelwegen, sterk bijdraagt aan de motiliteit tijdens de slaap. In die situaties wordt het achtergrondgeluid deels veroorzaakt wordt door naderende en zich verwijderende voertuigen en voor een deel door reflectie van verkeersgeluid op afstand.

De onderzoeksresultaten wijzen er ook op dat vrouwen wat toename van motiliteit gedurende een slaapperiode betreft niet gevoelig zijn voor geluid van verkeerspassages in een slaapperiode maar wel (bijna) even gevoelig als mannen voor geluiden binnen die niet van de bron afkomstig zijn. Zelf-geregistreerd ontwaken neemt toe met de geluidsbelasting door verkeerspassages, waarbij bij gelijke geluidsbelasting vrouwen vaker aangeven wakker te zijn geworden dan mannen.

De over zes nachten geaggregeerde gegevens laten hetzelfde beeld wat motiliteit betreft zien als we op basis van de afzonderlijke nachten geschetst hebben. Uit de vergelijking van de resultaten voor wegverkeersgeluid en die voor railverkeersgeluid concluderen we dat het onwaarschijnlijk is dat railverkeer met een bepaalde geluidsbelasting meer negatief effect op de slaap teweegbrengt dan wegverkeer met dezelfde geluidsbelasting en dat mogelijk de effecten van railverkeersgeluid geringer zijn.

Omdat aan het onderzoek geen kinderen, personen met nachtdiensten, en ernstig zieke mensen deelnamen, zijn de resultaten van het onderzoek wellicht niet toepasbaar op deze mensen. Verder verwachten we dat de resultaten representatief zijn voor de algemene bevolking. Het is niet uit te sluiten dat nachtelijk verkeersgeluid op populaties met leefomstandigheden die sterk afwijken van die in Nederland een wat ander effect zou hebben dan in het onderzoek is gevonden.

Bron: TNO, download hier het gehele rapport in PDF

home...