Kadastrale registratie is een feit
Martin van den Berg, januari 2008
Per 1 januari 2007 is de gewijzigde Wet geluidhinder in werking getreden. De
wijziging van de Wet geluidhinder heeft nog al wat consequenties voor de
uitvoeringspraktijk van de Wet geluidhinder bij gemeenten en provincies. Het
ministerie van VROM heeft daarom in het najaar van 2005 een aantal
voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd voor de ambtenaren van gemeenten en
provincies die dit in hun dagelijks werk zullen ondervinden. Ter ondersteuning
van deze voorlichting zijn enkele factsheets uitgebracht, waarin wordt ingegaan
op de belangrijkste wijzigingen van de Wet geluidhinder en bijbehorende
uitvoeringsbesluiten.
In aanvulling daarop moet voorliggende factsheet worden gezien, waarin nader
wordt ingegaan op de kadastrale registratie van de besluiten tot het vaststellen
van hogere waarden.
Artikel 110i van de nieuwe Wet geluidhinder stelt daaromtrent het volgende:
- Een bestuursorgaan doet een door hem genomen onherroepelijk geworden
besluit, houdende een beslissing tot het vaststellen van een hogere waarde dan
de bij of krachtens deze wet genoemde waarden, zo spoedig mogelijk inschrijven
in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het
Burgerlijk Wetboek. Artikel 24, eerste lid, van Boek 3 van dat wetboek is niet
van toepassing.
- Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing als een besluit als
bedoeld in het eerste lid, ingevolge een besluit of uitspraak in rechte
waarbij dat besluit is ingetrokken of gewijzigd, of anderszins zijn waarde
heeft verloren, in die zin dat op grond van de betrokken mededeling van het
bestuursorgaan de vermelding van de desbetreffende korte aanduiding in de
kadastrale registratie wordt verwijderd bij de betrokken percelen.
Het eerste lid stelt dat onherroepelijk geworden besluiten tot het vaststellen
van hogere waarden zo spoedig mogelijk kadastraal dienen te worden
geregistreerd, terwijl het tweede lid aangeeft dat als een dergelijk besluit
wordt ingetrokken, wordt gewijzigd of geen waarde meer heeft, de kadastrale
registratie daarop moet worden aangepast.
De kadastrale registratie biedt niet alleen voor burgers de mogelijkheid om
inzicht te verkrijgen in vastgestelde hogere waarden voor woningen, ook voor de
gemeente zelf kan het nuttig zijn om bijvoorbeeld in latere gevallen van
reconstructies, via het kadaster over de vastgestelde hogere waarden te kunnen
beschikken.
De kadastrale registratie betekent niet dat de vastgestelde hogere waarde
rechtstreeks aan het betreffende kadastrale perceel wordt gekoppeld: er wordt
slechts een aanduiding opgenomen dat er een hogere waarde is vastgesteld. Het
besluit daaromtrent is vervolgens wel opvraagbaar bij het kadaster.
De kadastrale registratie geschiedt op het niveau van een kadastraal perceel of
gedeelte daarvan. Dat houdt in dat het besluit pas aan het kadaster kan worden
aangeboden ter inschrijving als daarbij tevens de kadastrale aanduiding wordt
vermeld. Als er sprake is van globale bestemmingsplannen of
appartementengebouwen waarvoor de uiteindelijke kadastrale aanduiding ten tijde
van het nemen van het besluit tot vaststellen van hogere waarden nog niet bekend
is, is het raadzaam de registratie eerst te laten plaatsvinden als de
definitieve kadastrale aanduiding bekend is.
Het aanbieden ter inschrijving kan elektronisch geschieden (dit is een
gemakkelijke methode, waarbij de stukken dan ook digitaal beschikbaar moeten
zijn), zie daarvoor de website
van het kadaster., maar ook analoog. Daarbij dient het volgende in acht te
worden genomen:
De voor de inschrijving (of wijziging daarvan) benodigde stukken:
De kadastrale aanduidingen van de percelen waarop het besluit betrekking
heeft dienen altijd te worden vermeld. Dit kan ofwel in het besluit zelf ofwel
in de onder een besluit gestelde voetverklaring. Als er sprake is van besluiten
die betrekking hebben op gedeeltelijke kadastrale percelen, dient nauwkeurig te
worden beschreven op welk deel van het perceel het besluit betrekking heeft.
Alhoewel dat geen verplichting is, verdient het, als service voor (toekomstige)
bewoners, aanbeveling om bij de stukken een overzicht op te nemen waarbij per
adres (straatnaam, huisnummer, postcode) en kadastrale aanduiding wordt
aangegeven welke hogere grenswaarde in dB er is vastgesteld, onder vermelding
van datum en nr. van het betreffende besluit.
Stukken die op papier ter inschrijving worden aangeboden dienen in tweevoud te
worden aangeboden aan een regiokantoor van het kadaster. Het kadaster verzendt
een ontvangstbevestiging en na inschrijving stuurt zij ้้n set van de aangeboden
stukken retour, voorzien van het relaas van inschrijving, dat is een
aanduiding dat de inschrijving in het kadastrale openbare register heeft
plaatsgevonden. Bij elektronische aanbieding van stukken vindt toezending in
enkelvoud plaats en zullen de aangeboden stukken niet retour gezonden worden.
Wel wordt een elektronisch bewijs van ontvangst en elektronisch bewijs van
inschrijving verstrekt.
Specifieke eisen aan de papieren afschriften
Onderstaande eisen hebben betrekking op de voor het Kadaster bestemde
stukken die op papier ter inschrijving worden aangeboden.
-
De afschriften
(besluit, enz.) mogen op gewoon blanco papier worden aangeleverd; de speciale
Kadasterformulieren (ook wel bekend als Rijksformulieren) behoeven niet meer
te worden gebruikt
-
Boven- en ondermarges
dienen 2 centimeter te zijn, een marge van 5 centimeter in de linkerkantlijn
aanhouden
-
De voor inschrijving
bedoelde stukken moeten rechtsboven voorzien zijn van een paginanummer
en hoeven niet geparafeerd te worden
-
Binnen de vrij te
houden 2 centimeter ondermarge dient aan de linkerzijde de tekst Hypotheken
4 te worden opgenomen
-
Bijlagen groter dan
A4-formaat (maar kleiner dan of gelijk aan A0-formaat) dienen als afzonderlijk
afschrift te worden bijgevoegd, en zullen dus, net als het stuk waarvan de
bijlage deel uitmaakt, de verklaring van eensluidendheid moeten bevatten.
-
Voorzien van een
verklaring van eensluidendheid (zie hierna)
-
Het geheel dient
ongevouwen te worden aangeboden
De verklaring van eensluidendheid
Het besluit zal nagenoeg altijd ondertekend worden door de burgemeester en
de secretaris in uitvoering van een besluit van B&W.
In de Uitvoeringsregeling Kadasterwet (art.3, lid 3) is bepaald dat een
verklaring van eensluidendheid wordt getekend door de ondertekenaar(s) van het
stuk, dan wel door ้้n (of meer) van hen die daartoe uitdrukkelijk in het stuk
gemachtigd zijn.
De verklaring bevat de volledige voornamen en namen, woonplaats met adres
van degene die de verklaring ondertekent (adres van de betreffende gemeente mag
worden opgevoerd) en wordt als laatste geplaatst op de voor het Kadaster
bestemde stukken. Een notaris mag de verklaring eveneens tekenen.
Ondergetekende/n,
. (voornamen en naam voluit) , burgemeester van de
gemeente
,
(mag adres van de gemeente zijn), en
(voornamen en naam
voluit) , secretaris van de gemeente
.. ,
(mag adres van de gemeente
zijn), verklaart/verklaren dat bovenstaand afschrift eensluidend is met het ter
inschrijving aangeboden stuk.
Voor de inschrijving in de openbare registers brengt het kadaster een geringe
vergoeding in rekening. Voor de actuele tarieven wordt verwezen naar de
website van het kadaster.
Eventuele nadere informatie over de kadastrale registratie is te verkrijgen bij
de heer A.J.M Peters van het kadaster via het E-mailadres:
tonnie PUNT peters AT kadaster DOT nl ofwel de heer H.J. Polet via het E-mailadres:
henk DOT polet AT kadaster DOT nl .
Tenslotte
In sommige gevallen zal een zekere tijdspanne aanwezig zijn tussen de datum
van het besluit waarbij de hogere waarde wordt vastgesteld en het moment waarop
de aanbieding aan het kadaster kan plaatsvinden. Er wordt dan ook aanbevolen om
binnen de gemeentelijke organisatie een procedure en planning vast te stellen
opdat duidelijk is wie op welk moment de aanbieding aan het kadaster zal
verzorgen.
Bron:
Website Martin van
den Berg
home...
|