Stichting geluidssanering NU: "Bovenbouwvernieuwing altijd wijziging spoorweg"
Door de redactie,
1 april 2010
ProRail is al jarenlang bezig met het
vervangen van de houten dwarsliggers in het spoornet door de
stillere betonnen dwarsliggers. Dit gaat gepaard met een welkome
geluidsreductie van ongeveer 2 dB(A). De Stichting
geluidssanering NU heeft een procedure aangespannen tegen
ProRail. Geluidssanering NU is van mening dat ProRail de Wet
geluidhinder overtreedt en beroept zich op de definitie van
artikel 1 van de Wet geluidhinder:
wijziging van een spoorweg:
wijziging met betrekking tot een aanwezige spoorweg, die
verandering brengt in de omstandigheden welke ingevolge de
regels die gelden bij de vaststelling van de
geluidsbelasting vanwege die spoorweg in acht genomen moeten
worden en waarvan uit akoestisch onderzoek blijkt dat de
berekende geluidsbelasting vanwege de spoorweg in het
toekomstig maatgevende jaar zonder het treffen van
maatregelen hoger zal zijn dan 63 dB <knip> |
De stichting betoogt dat bij bovenbouwvervanging
er heel vaak sprake is van woningen met een geluidsbelasting
hoger dan 63 dB, waardoor er een akoestisch onderzoek en vaak
een saneringsprogramma nodig is. Dit saneringsprogramma moet
worden uitgevoerd voordat ProRail de bovenbouw kan vervangen.
ProRail beroept zich echter op de uitzondering
genoemd in Artikel 1b, 4e lid onder d van de Wgh:
In afwijking van artikel 1 wordt onder
wijziging van een spoorweg in deze wet en de daarop
berustende bepalingen niet verstaan de afzonderlijke
omstandigheid die bestaat uit <knip>
c. een verticale verplaatsing van de spoorstaven over een
afstand kleiner dan één meter
d. het ter vervanging aanbrengen van een baanconstructie,
die <knip> niet meer geluid
emitteert dan de te vervangen constructie.
<knip> |
Volgens de Stichting geluidssanering NU geldt
deze uitzondering niet, omdat bij het vervangen van de
dwarsliggers zeker niet uit te sluiten is dat de spoorstaven ook
een verticale verplaatsing ondergaan. Dan zijn zowel onderdeel c
als d van artikel 1b,4e lid van toepassing en geldt de
uitzonderingsregel niet. De stichting heeft op een aantal
locaties met recente bovenbouwvernieuwingen hoogtemetingen laten
uitvoeren. Daaruit bleek inderdaad dat de spoorstaven na de
vernieuwing enkele centimeters hoger lagen dan voor de vervanging.
Dit werd veroorzaakt door het opgeschudde en aangevulde
ballastbed.
ProRail kijkt met spanning uit naar de uitspraak
van de bestuursrechter.
Op dit bericht zijn op 1 april 2010 de volgende reacties
gekomen: |
Is het aanbrengen van een nieuwe laag asfalt ook een
reconstructie? Het wegdek zou zomaar een paar centimeter
hoger kunnen worden. Terwijl het de afgelopen 10 jaar
misschien dat zelfde aantal centimeter gezakt was.
Ik verwacht niet dat de Stichting gelijk krijgt bij de
Afdeling. Volgens de letter hebben ze mogelijk gelijk, maar
volgens de geest van de wet niet. Iets dergelijks zal vast
blijken uit de memorie van toelichting van de Wet
geluidhinder. M. |
De stichting heeft geen gelijk. Belangrijk in de discussie
is welke hoogte van het spoor wordt als referentie genomen?
De oorspronkelijke aanleghoogte (voor inzakking) of de
situatie zoals hij ter plaatse was. Mijn idee zou de eerste
moeten want dat wordt ook weer hersteld met stille
dwarsliggers erbij.
Als er sprake zou zijn van een substantiele verticale
verlegging dan valt eea wel onder de Wgh. H. |
Ik vind dit een erg doorzichtige 1 aprilgrap. H. |
Ha, ha,
ha, H. |
Eén april. J. |
1 april! C. |
home... |