PHS maakt geluidmaatregelen nodig

Ministerie van Verkeer en Waterstaat, 4 juni 2010

In een brief aan de Tweede Kamer geeft demissionair minister Eurlings van Verkeer en Waterstaat een overzicht van zijn plannen over het "Programma Hoogfrequent Spoor" (PHS). De Minister heeft samen met zijn collega van VROM een voorkeursbeslissing voor dit project genomen.

Het Kabinet heeft besloten tot de volgende invulling van PHS:

Wat betreft de ambitie van spoorboekloos reizen in de brede Randstad is een zogeheten «maatwerk 6/6» variant de voorkeursbeslissing van het Kabinet voor de PHS-corridors «Utrecht–Den Bosch», «Utrecht–Arnhem», «Den Haag–Rotterdam»:

  • Op de Zaanlijn 6 Intercity’s en 6 sprinters per uur.
  • Rond Utrecht 6 Intercity’s en 6 Sprinters per uur (6 sprinters Geldermalsen–Utrecht en 6 sprinters Breukelen–Driebergen/Zeist).
  • Op de corridor Den Haag–Rotterdam 8 Intercity’s (inclusief de HSA) en 6 Sprinters per uur.
  • Op de Brabantroute een 3e en 4e Intercity per uur. Om dit mogelijk te maken wordt het goederenvervoer dat nu nog door Brabant rijdt, grotendeels gerouteerd via de Betuweroute. Daarvoor wordt een zuidwestboog bij Meteren gerealiseerd, zodat goederentreinen naar Venlo (Duitsland) en Limburg, via Den Bosch en Eindhoven gaan en op de route Dordrecht–Breda–Tilburg capaciteit wordt vrijgespeeld voor reizigerstreinen.

Het kabinet heeft gekozen voor spreiden van het spoorgoederenvervoer over meerdere routes volgens de variant 2/2/2. Dit houdt in dat goederen-treinen ten noorden van de Betuweroute naar Noord- en Oost Nederland worden gespreid over de routes via Rotterdam, Utrecht en Arnhem/IJssellijn. Hiervoor is een aantal infrastructuurmaatregelen noodzakelijk, onder meer een nieuwe spoorboog bij Deventer. Er zal daarnaast een MIRT-onderzoek worden uitgevoerd naar het lange termijnperspectief voor het spoorgoederenvervoer, zodat tijdig zicht is op eventuele vervolgstappen na 2020. Er is bijna 3 miljard Euro nodig voor de uitvoering van de plannen.

geluid

De problematiek van overwegen, geluid, trillingen en externe veiligheid is van meet af aan in de integrale capaciteitsanalyse meegenomen. Van de € 2,995 mld die voor de «maatwerk 6/6» variant nodig is, is ongeveer de helft bedoeld voor overige maatregelen om de treinen frequenter te kunnen laten rijden en de overlast voor de omgeving te laten voldoen aan de wettelijk vereisten.

trillingshinder

Voor de aanpak van trillingshinder verwacht de minister maximaal € 50 mln te besteden.

home...