Vergelijkend onderzoek trillingsmeters laat afwijkingen zien

Cauberg-Huygen Raadgevende Ingenieurs BV en Heitechnisch bureau BREM, 26 mei 2010

Bij trillingsmetingen aan heiwerk in Rotterdam is een vergelijkend trillingsonderzoek uitgevoerd waarbij vijf in Nederland veelgebruikte typen trillingsmeters gelijktijdig zijn ingezet en onderling vergeleken.

De meetresultaten laten soms grote afwijkingen tussen de diverse typen zien, maar ook tussen meters van hetzelfde merk. Daarnaast bleken niet alle trillingsmeters even nauwkeurig.

Dit zijn de resultaten van het onderzoek zoals gepresenteerd tijdens een bijeenkomst van het Nederlands Akoestisch Genootschap (NAG) op 19 mei 2010. Voor het vergelijkende onderzoek zijn twee exemplaren van in Nederland veel gebruikte merken (Vibra SBR, VM, Axilog, Syscom - Red Box en Vibra alfa) gebruikt. De gemeten waarden zijn steeds onderling vergeleken. Uit het onderzoek blijkt dat wanneer de metingen volgens de richtlijn worden uitgevoerd (keuze van de meetpositie, bevestiging van de trillingsopnemer) en de trillingsopnemer waterpas wordt gesteld, de resultaten van een aantal merken maximaal rond de 10% van elkaar afwijken. Een kleine scheefstand van de opnemer leidt echter al tot grote afwijkingen.

Niet alle merken trillingsanalyzers bleken bovendien even nauwkeurig en ook onderling tussen de trillingsmeters van hetzelfde merk, bleken de afwijkingen soms verrassend groot.

Onderzoeksmethodiek

Op basis van het vergelijkende onderzoek is bepaald of de resultaten van de verschillende trillingsmeters binnen 10% zijn gebleven. Verder is onderzocht welke invloed de positie van de trillingsopnemer heeft. In hoeverre leidt een verschil in meetpositie van bijvoorbeeld 10 of 20 centimeter tot sterk afwijkende waarden?

Tot slot is ook gekeken naar de invloed van de scheefstand van een trillingsopnemer. Bij steeds meer bouwwerkzaamheden is het uitvoeren van trillingsmetingen verplicht. Doel van de metingen is om inzicht te hebben in de optredende trillingen en zo schade aan gebouwen te voorkomen. De resultaten van de trillingsmetingen worden vaak beoordeeld op basis van de SBR-richtlijn A (uitgegeven door de Stichting Bouwresearch te Rotterdam). In deze richtlijn is aangegeven dat gestreefd moet worden naar een nauwkeurigheid van de metingen van 10%.

Bovendien dienen de metingen met een andere trillingsmeter te worden herhaald, als deze nauwkeurigheid bepalend kan zijn voor de conclusie van het onderzoek (wel of geen overschrijding van de grenswaarden).

home...