Arbouw: Arbeidsinspectie overschat geluidsproblemen heien

Seneca Media, 10 september 2010

Volgens de Arbeidsinspectie hebben zo veel heiers last van lawaai, dat de funderingsbranche de geluidsoverlast snel moet terugdringen. Maar de werkelijke overlast valt volgens Arbouw mee, want relatief weinig heiers hebben gezondheidsklachten of aandoeningen. Dat maakt geluidsreducerende maatregelen misschien minder urgent.

De stichting Arbouw publiceert elk jaar cijfers over hoe werknemers in de bouwnijverheid hun werksituatie, arbeidsbelasting, gezondheid en welzijn ervaren. Deze Bedrijfstakatlas wordt ook door de Arbeidsinspectie gebruikt, bijvoorbeeld om te staven dat veel heiers last van lawaai hebben. In haar publicatie Arbeidsrisico’s in de funderingsbranche (2008) is dat 85 procent en in Heimachine moet geluidsarmer (Cobouw, 25 maart 2010) ‘ruim 70 procent’.

Weinig klachten en aandoeningen

Inderdaad hebben veel heiers* hinder van lawaai: in 2009 is dat 68,2 procent. Maar volgens Cor van Duivenbooden, arts en hoofd Onderzoek & Ontwikkeling bij Arbouw, zegt dit getal weinig. “Het geeft alleen aan dat heiers in hun werk blootstaan aan lawaai. Dat wil niet zeggen dat het ondervinden van veel hinder door lawaai in het werk ook leidt tot gezondheidsklachten. En evenmin vertalen gezondheidsklachten zich automatisch in aandoeningen.”

Het percentage heiers dat daadwerkelijk gezondheidsklachten heeft, ligt veel lager: 21,5 procent in 2009. Dat is zelfs iets minder dan het totale bouwplaatspersoneel, dat 21,9 procent scoorde. En al jarenlang zijn er nauwelijks verschillen tussen heiers en andere bouwplaatsmedewerkers.

Van Duivenbooden: “Heiers wijken in gehoorklachten niet significant af van andere mensen die werkzaam zijn in de bouw”. Ook wat betreft aandoeningen scoren heiers niet significant anders dan de hele onderzoeksgroep. Het percentage heiers met zelfgerapporteerde lawaaislechthorendheid is in 2009 23,7 procent, tegen 17,5 procent van het totale bouwplaatspersoneel.

Geluidsreductie minder urgent

Al deze cijfers tezamen geven een completer beeld van de werkelijke geluidsproblematiek onder heiers. Er zijn minder problemen dan de cijfers over lawaaihinder kunnen aantonen. Die constatering maakt het sneller doorvoeren van geluidsarme funderingstechnieken, zoals de Arbeidsinspectie wil, wellicht minder urgent.

Veel vooruitgang geboekt De kritiek van de Arbeidsinspectie op de funderingsbranche doet ook geen recht aan de resultaten die de sector op het vlak van geluidsreductie al heeft bereikt. Volgens het Economisch Instituut voor de Bouwnijverheid is er ‘veel vooruitgang’ geboekt. Tweederde van de funderingsbedrijven heeft technische maatregelen getroffen, constateert EIB al in 2006. Daarvan heeft ongeveer 40 procent een geluidsarme funderingstechniek als boren, drukken of schroeven ingevoerd. En circa 60 procent heeft bestaande technieken aangepast met onder andere geluidsmantels, stillere heiblokken, geluiddempende heimutsen en kranen.

Alle risico’s afwegen De suggestie van de Arbeidsinspectie, dat boren beter zou zijn dan heien, vinden ze bij Arbouw voorbarig. Van Duivenbooden waarschuwt dat voor het eventueel laten prevaleren van een bepaalde funderingsmethode eerst de bijkomende Arborisico’s en financiële risico’s goed in kaart moeten worden gebracht. “Zo kan de fysieke belasting juist toenemen door het toepassen van andere technieken, waaronder fluïdatie of grondverwijderend boren, omdat de bouwput dan slechter begaanbaar wordt. Daarnaast moeten de veranderingen de financiële draagkracht van een branche niet overstijgen. Niet elke techniek kan meteen in ieder bedrijf worden toegepast, want funderingsmachines hebben een lange levensduur en afschrijfperiode.”

Voetnoot:
* De beroepsgroep heiers omvat zowel de machinist hei-installatie, de heibaas, de heier als de funderingswerkers.

Bron: Seneca Media

home...