Contra-expertise metingen Geluidsnet AWACS

Diverse bronnen, 1 januari 2013Wilma Mansveld, CC-BY-SA 2.0 auteur: Martin Hoogenboom

In een brief aan de Tweede Kamer geeft de staatssecretaris van I&M, Wilma Mansveld, een overzicht van de conclusies van twee contra-expertises op de metingen van Geluidsnet aan de AWACS. Dit was al op 7 februari 2012 (Kamerstuk 33000 XII, nr. 125) aan Tweede Kamer bericht door de toenmalige staatssecretaris Atsma.

Geluidsnet meldde in eerste instantie - midden januari 2012 - dat de meetwaarden voor 2010 en 2011 te hoog zouden zijn vastgesteld. Op 3 februari 2012 heeft Geluidsnet per brief bericht dat niet de meetwaarden voor 2010 en 2011 te hoog zijn vastgesteld, maar die voor 2008 en 2009 te laag. De brief van Geluidsnet riep vragen op over de betrouwbaarheid van de meetgegevens die een belangrijke rol spelen bij de validatie van de beoogde geluidreductie rondom de vliegbasis Geilenkirchen. Atsma heeft daarom besloten een deskundige, externe organisatie te vragen een contra-expertise uit te voeren naar de kwaliteit van het door Geluidsnet gehanteerde meetsysteem.

Onnauwkeurigheden en fouten

Op 14 november 2012 stuurde Mansveld de eindrapportage van het bureau To70 getiteld ‘Contra-expertise meetsysteem Geluidsnet in Zuid-Limburg’ aan de Tweede Kamer. Tevens zond zij u de analyse van het NLR omtrent de toepasbaarheid van de meetgegevens voor de validatieprocedure geluidsreductie AWACS.

To70 kreeg opdracht gegeven om:

  • inzicht te geven in het meetsysteem;

  • de nauwkeurigheid van de meetwaarden vast te stellen;

  • te beoordelen of voldaan is aan de oorspronkelijke opdracht van de gemeenten Onderbanken, Brunssum en Schinnen.

Geluidsnet heeft in opdracht van de gemeenten Onderbanken, Brunssum en Schinnen een systeem ingericht om het geluid van vliegtuigpassages te meten. Hiertoe meet het systeem op verschillende locaties – momenteel tien – continu geluidsniveaus die na een softwarematige bewerking ter plaatse naar een centrale server worden gestuurd. In de centrale server worden vliegtuigpassages afgeleid uit de metingen door de waargenomen geluidsniveaus te toetsen aan een neuraal netwerk. In dit netwerk zijn geluidskenmerken van vliegtuigpassages gemodelleerd; indien metingen aan de kenmerken voldoen, is sprake van een vliegtuigpassage.

Vervolgens wordt de geluidsbelasting van deze geďdentificeerde vliegtuigpassages berekend uit de waargenomen geluidsniveaus en online op de site van Geluidsnet gerapporteerd. Het meetsysteem voldoet op hoofdlijnen aan de ter zake geldende NEN-normering die overigens niet wettelijk is voorgeschreven.

De berekeningsmethodieken om geluidsniveaus te bepalen voldoen aan de voorschriften voor het berekenen van Europese geluidbelastingmaten. De nauwkeurigheid van metingen met het systeem varieert volgens To70 echter 1 tot 4 dB(A) om de daadwerkelijke waarde als gevolg van de meetapparatuur. De meetapparatuur van Geluidsnet is conform klasse 2 van de IEC norm. Een ander effect, dat ook tot 4 dB afwijkingen kan veroorzaken, is de plaatsing van microfoons op daken. De verschillen ontstaan door afscherming en reflecties.

Ook laat het rapport van TO70 zien dat Geluidsnet in zijn on line rapportages soms onjuiste / onvolledige informatie verschaft. Niettemin wordt in het rapport geconstateerd dat op hoofdlijnen Geluidsnet heeft voldaan aan de opdrachten van de gemeenten.

Met betrekking tot de aanleiding van de contra-expertise, de zogenoemde ‘instelfout’, constateren de onderzoekers dat er sprake is van twee fouten. In de eerste plaats is in de periode 2008-2012 door verkeerd geďnstalleerde software bij de verschillende meetpunten de softwarematige bewerking voor één van de twee naar de centrale server te zenden waarden verkeerd uitgevoerd. In de tweede plaats heeft Geluidsnet in december 2009 in de centrale server een foutieve software-aanpassing gedaan, waardoor vanaf dat moment piekniveaus werden vastgelegd die afwijkend waren ten opzichte van de in Nederland gebruikelijke methodiek. Als gevolg van deze twee fouten zijn in 2008 en 2009 de gerapporteerde waarden 1,4 tot 4 dB(A) te laag vastgesteld en in de periode 2010 tot en met juni 2012 gemiddeld 0,1 tot 0,4 dB(A) te hoog.

In januari 2012 kwam Geluidsnet achter de tweede fout en communiceerde dat in de periode 2010-2011 de piekniveaus te hoog waren vastgesteld. Omstreeks die tijd kwam Geluidsnet ook achter de eerste fout en heeft vervolgens – zoals ik u bij brief van 7 februari heb medegedeeld – gecommuniceerd dat de waarden voor de periode 2010-2011 niet te hoog waren, maar dat die voor de periode 2008-2009 te laag waren.

Uit de rapportage blijkt nu dat de eerste fout gedurende de periode 2008-2012 heeft bestaan en de tweede fout in de periode 2010-2012, waarbij door de tweede fout gedurende de laatste periode de effecten van de eerste fout grotendeels zijn gecompenseerd. Geluidsnet is niet meer in staat om de piekniveaus volgens de in Nederland gebruikelijke methodiek vast te stellen. De waarden op grond waarvan deze piekniveaus worden vastgesteld, zijn vanwege de eerste instelfout onjuist geregistreerd. Het opnieuw bepalen van deze waarden is niet meer mogelijk, omdat het meetsignaal op basis waarvan de benodigde softwarematige bewerking ter plaatse wordt uitgevoerd, niet is vastgelegd. Geluidsnet is wel in staat om over de periode 2008 – 2012 piekniveaus volgens een iets afwijkende methodiek te bepalen. De onderzoekers geven in hun rapportage aan dat dit acceptabel is mits rekening wordt gehouden met het feit dat de aldus bepaalde piekniveaus gemiddeld 0,1 – 0,3 dB(A) hoger zijn. Geluidsnet heeft deze piekniveaus inmiddels bepaald en het NLR heeft de toepasbaarheid van deze gegevens voor de validatie inmiddels bezien.

Bruikbaarheid van de metingen voor de validatie

Bij brief van 9 november 2011 (Kamerstuk 33000 XII, 33000 X, nr. 6) heeft de toenmalige staatssecretaris een procedure voorgesteld ter validatie van het realiseren van 35 procent geluidsreductie op basis van berekende geluidswaarden.

Deze validatieprocedure is gebouwd op een fundament van zoveel mogelijk meten, waarbij de resultaten van de geluidmetingen die zijn uitgevoerd met het meetnet van Geluidsnet worden omgezet naar waarden voor de geluidsbelasting die worden vergeleken met de berekeningen van de geluidsbelasting zoals deze door het NLR zijn gedaan.

Het is met de voorgestelde procedure mogelijk de trends van de meetresultaten en de berekende waarden met elkaar te vergelijken. Zoals uiteengezet tijdens het Algemeen Overleg inzake AWACS van 22 december 2011 is ervoor gekozen om aan te sluiten bij het meetsysteem van Geluidsnet, dat eind 2007 in opdracht van de gemeenten is opgezet. Het systeem biedt namelijk de mogelijkheid om de geluidmetingen over een langere periode, i.c. 2008-2012, te bezien. Bovendien is het een systeem dat ook door de regio wordt gedragen. Op de vraag of het systeem gevalideerd is, is door de staatssecretaris tijdens dit overleg uitgesproken dat het misschien niet het meest ideale systeem is, maar dat het wel het beste is wat we hebben.

Nu de contra-expertise uitwijst dat de kwaliteit van het meetsysteem – met inachtneming van de doorgevoerde correcties – voldoende is, is vervolgens de vraag aan de orde in hoeverre het Geluidsnet-meetsysteem bruikbaar is voor de validatie.

Contra expertise NLR

Het NLR constateert dat 6 van de 10 meetpunten bruikbaar zijn voor de validatie, namelijk: de meetpunten 175 en 184 in de kern Schinveld en 188 in de kern Merkelbeek van de Gemeente Onderbanken en de meetpunten 172, 173 en 187 in de Gemeente Brunssum. Weliswaar kunnen door de tekortkomingen van het meetsysteem sommige metingen tot 4 dB(A) afwijken van het werkelijke geluidsniveau, maar omdat het hier om een relatief groot aantal metingen gaat, mag verwacht worden dat de afwijkingen uitgemiddeld zullen worden. De meetpunten in de Gemeente Schinnen zijn pas in de loop van 2011 actief geworden, waardoor een onvoldoende lange reeks waarnemingen beschikbaar is. Mansveld acht dit niet bezwaarlijk, omdat het hier meetpunten betreft die verder van de vliegbasis gelegen zijn dan de door NLR beschouwde meetpunten.

Niet ideaal - maar wel het beste

Aldus bezien blijft Mansveld erbij dat het meetsysteem van Geluidsnet misschien niet het meest ideale systeem is, maar wel het beste is wat we hebben. Daarbij moet beseft worden dat het meetsysteem nimmer voor validatiedoeleinden is ingericht; de opdrachten van de gemeenten strekten daar niet toe.

Bronnen: Kamerstuk 33000 XII, nr. 125, Brief Mansveld met bijlagen.