Verankering geluidruimte in bestemmingsplannen

Ronald Koppers, Berghauser Pont Academy, 16 oktober 2013

Toen in november 2011 de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State een streep haalde door het instrument zonebeheer van de Wet geluidhinder als dwingende weigeringgrond voor een vergunningaanvraag, moest worden uitgezien naar een ander instrument om de schaarse geluidruimte op gezoneerde industrieterreinen te beschermen. Is een rechtstreekse verankering van de beschikbare geluidruimte in het bestemmingsplan het antwoord?

geluidverdeelmodel

Jarenlang werd de geluidruimte op een gezoneerd industrieterrein beheerd door een digitaal geluidverdeelmodel waarbij elk bedrijf een stukje van de totaal beschikbare geluidruimte binnen de 50 dB(A) contour kreeg toebedeeld. Als een bedrijf om meer geluidruimte vroeg werd dit resoluut geweigerd of alleen toebedeeld als er elders ruimte gevonden kon worden. De ABRvSt besloot dat een dergelijk rechtsgevolg op grond van alleen zonebeheerbeleid niet mogelijk is en moest er naar een alternatief gezocht worden. Het is immers zeer onwenselijk dat één bedrijf de geluidruimte die is gereserveerd voor andere delen van het industrieterrein ‘opsnoept’.

Het antwoord lijkt te zijn gevonden in het vastleggen van deze geluidruimte per bedrijf of kavel in het bestemmingsplan. Eenvoudig is dit echter niet, want wat leg je precies vast? Je kunt er voor kiezen de geluidemissie (het geïnstalleerd bronvermogen) vast te leggen, maar de kans bestaat dat bedrijven beperkt worden in hun mogelijkheden, wanneer ze bijvoorbeeld door afscherming het geluid ‘binnen de poort’ weten te houden. Het vastleggen van de geluidimmissie (het geluidniveau op de zonegrens). Levert vaak lange tabellen met geluidniveaus bij veel toetspunten en van veel bedrijven op en gaat ten koste van de nodige flexibiliteit die het bestemmingsplan beoogt.

geluidemissie vastleggen?

Zo heeft de gemeente Rotterdam in het Rijnmondgebied gekozen voor het vastleggen van alleen de geluidemissie in de nieuwe bestemmingsplannen. Bedrijven moeten daar nog aan wennen, omdat de beschikbare geluidruimte nu echt wordt vastgelegd en afwijken alleen nog mogelijk is via de afwijkings- en wijzigingsbevoegdheid. Ook levert de emissiebeperking in vergelijking met de immissiebeperking in het milieudeel van de omgevingsvergunning vragen op en dat geldt ook voor de ‘dubbele toetsing’ van geluid (bestemmingsplan en vergunning). Genoeg vragen voor zienswijzen en een voortgaande ontwikkeling.