Geluid en Trillingen in Nederland - Vooruitblik congres 8 en 9 november 2000

Ir. H. de Kluijver, adviseur verkeerslawaai bij NS Technisch Onderzoek, juli 2000

Inleiding

De vraagstukken rond geluidshinder staan momenteel erg in de belangstelling. Volop in het nieuws is de geluidsproblematiek rond de tracékeuze van snelwegen en de nieuwe hoge snelheidsspoorlijnen. Daarnaast zorgt het steeds maar groeiende verkeer voor hogere geluidsbelastingen. Geluidsemissie­plafonds moeten hieraan een einde maken. Een probleem is dat dit beknellend kan werken en de vraag is of handhaving praktisch haalbaar is. Schiphol is hiervan een voorbeeld.
Met nieuwe meetsystemen en IT-technologie probeert men meer zicht te krijgen op de geluidsproblemen. Het monitoren van de geluidseffecten met Geografische Informatie Systemen (GIS) is hiervan een mooi voorbeeld. Op basis van studies naar ontwikkeling van de geluidshinder kunnen doelstellingen worden geformuleerd. Met andere woorden "waar staan we nu en wat kunnen we bereiken". Dat laatste heeft een belangrijke relatie met onderzoek naar stille technologieën.
Technisch vernuft blijkt echter niet het succes van een project te kunnen garanderen. Communicatie met de omgeving en het verkrijgen van draagvlak is minstens zo belangrijk. Het tempo waarin het vakgebied geluid zich ontwikkelt en verbreedt is sterk toegenomen en het aantal mensen dat beroepsmatig met geluidshinder te maken heeft, is sterk gegroeid. Dit artikel biedt een vooruitblik op het congres "Geluid en Trillingen in Nederland" dat op 8 en 9 november wordt gehouden in het World Trade Center te Rotterdam waarbij de laatste ontwikkelingen op een rijtje worden gezet.

Op het gebied van geluidsbeleid zijn er in Nederland en in Europa een aantal belangrijke ontwikkelingen gaande. Het congres “Geluid en Trillingen in Nederland” vormt een basis voor de kennisuitwisseling van de stand van zaken van deze ontwikkelingen. Hieronder een greep uit de onderwerpen die vervolgens kort worden toegelicht.

De onderwerpen:

Nieuw geluidsbeleid

Het kan u inmiddels niet zijn ontgaan dat de Nederlandse overheid (ministeries van VROM en V&W) bezig is met de vernieuwing van het geluidshinderbeleid. Dit wordt vorm gegeven in het project "Modernisering Instrumentarium Geluidsbeleid" of kortweg MIG genoemd. In de toekomst mogen de gemeenten -binnen wettelijke bandbreedten- hun eigen geluidsbeleid vaststellen. Zij krijgen dus meer vrijheid en kunnen doelgerichter normen vaststellen voor de lokale situatie. De gemeenten worden wel verplicht om te laten zien wat hun geluidsbeleid voor gevolgen heeft. Zij zullen de geluidssituatie in hun gemeente in kaart moeten brengen en monitoren, waarbij het resultaat wordt vastgelegd in een periodieke geluidsrapportage. Burgers en bedrijven kunnen zich actief bezig houden met het lokale geluidsbeleid en hierop invloed uitoefenen via de lokale verkiezingen of tijdens inspraakronden. Decentralisatie is duidelijk een belangrijk element van MIG. De verantwoordelijkheden voor het geluidsbeleid worden bij de gemeenten zelf gelegd.

Europa en "noise-mapping"
MIG staat niet helemaal op zichzelf. Het is de bedoeling van de Europese Commissie Milieuvraagstukken dat alle Europese steden met meer dan 100.000 inwoners elke vijf jaar geluidskaarten produceren en actieplannen opstellen. De resultaten van deze studies zullen worden verzameld door de Europese Commissie en zij zal de resultaten publiceren. De Commissie zal de verzamelde data als basis voor Europese geluidsdoelstellingen gebruiken en een strategie opstellen om deze doelen te bereiken. De Europese wetgeving en de bijbehorende standaardisatie is op dit moment in voorbereiding. Het verdient de voorkeur wanneer de Nederlandse overheid hier vast zo veel mogelijk bij aansluit in plaats van straks te moeten harmoniseren.

Ook voor de wegen en het spoor (rijksobjecten bij MIG) is nieuwe geluidswetgeving in voorbereiding. Hierbij worden plafonds voor de geluidsemissie geïntroduceerd. Een sluipende toename van het geluid door toenemend vervoer is dan in principe niet meer toegestaan. Deze ontwikkeling is enerzijds positief omdat meer grip ontstaat op de geluidshinder ten gevolge van het verkeer. Anderzijds bestaat het risico dat de uitwerking van het geluidsbeleid haaks staat op de veronderstelde verschuiving van het vervoer van weg naar spoor (modal shift). Het gebruik van het spoor kan namelijk meer aan banden worden gelegd dan het gebruik van de wegen omdat de focus van de overheid zich richt ontkoppeling. Dat wil zeggen dat met ernaar streeft een situatie te bereiken waarin de het gebruik van de infra groeit terwijl tegelijkertijd de geluidsemissie afneemt. Recent zijn er binnen Europa afspraken gemaakt over het stiller maken van de goederenwagons. Hiermee wordt (door de overheid) aanzienlijk bespaard op de kosten voor geluidsschermen en de geluidshinder in Nederland wordt minder. Vervoerders zien echter graag dat de bereikte geluidsreductie ook voor groei mag worden gebruikt.

Remblokken
Afbeelding 1. Remblokken van kunststof in plaats van gietijzer voorkomen wielruwheid met als gevolg een lagere geluidsemissie.

Daarnaast zal op het congres een vooruitblik worden geboden op het nieuwe rijksbeleid geluid zoals het zal worden opgenomen in het nieuwe Nationale Milieu Plan (NMP).

GIS en Geluid

Voor het in kaart brengen van de geluidsproblematiek is een GIS onmisbaar. GIS zal steeds belangrijker worden bij geluidsstudies gezien de eerder in dit artikel genoemde ontwikkelingen wat betreft MIG, noise mapping en de emissieplafonds. Momenteel wordt GIS nog in aanvulling op de bekende akoestische rekenpakketten gebruikt. De grootte van het geluidsbelast oppervlak wordt bijvoorbeeld in GIS bepaald na berekening van de geluidsbelastingen met de nu beschikbare geluidspaketten. Door intergratie van de akoestische rekenmethode in GIS valt veel winst te behalen met betrekking tot efficiëntie, databeheersing, kwaliteit, (inzicht in de) nauwkeurigheid en presentatie van geluidsstudies. Momenteel wordt hard gewerkt aan GIS/geluidssystemen voor de monitoring van Rijkswegen [1], de spoorwegen [2] en MIG. Er worden behoorlijke sprongen voorwaarts gemaakt. Op het congres “Geluid en Trillingen in Nederland” zullen de belangrijkste ontwikkelingen de revue passeren.
Alle monitoringssystemen gaan samen een lappen­deken vormen die uiteindelijk heel Nederland afdekt. Duidelijk zal zijn dat dit alles bij elkaar een enorme modellerings- en GIS klus vormt. Door het landelijk beschikbaar komen van het Actueel Hoogtebestand van Nederland zou de handmatige en tijdrovende geluidsmodellering van het landschap geautomatiseerd kunnen worden (zie afbeelding 2). Dit verhoogt de efficiëntie en de standaardisatie. Dit laatste omdat het creëren van het geluidsdatamodel niet langer afhankelijk is van persoonlijke inzichten van de geluidsdeskundige.

3D informatie   akoestisch model
Afbeelding 2. Genereren van een akoestisch model uit topografische ondergronden en 3-D informatie

Een probleem van het ontstaan van diverse geïntegreerde GIS/geluidssystemen is dat er in Nederland een standaard ontbreekt voor de integratie. Dit kan een belemmering gaan vormen bij data-uitwisseling tussen systemen. Om tegemoet te komen aan dit probleem, worden pogingen ondernomen ter bevor­dering van de standaardisatie en de ontwikkeling van open datastromen op dit terrein.

Meten & Rekenen, Actualisatie geluidsmodellering

Zoals u weet worden geluidsbelastingen in het algemeen berekend en niet gemeten. Hierbij worden computermodellen gebruikt die in oorsprong gebaseerd zijn op uitgebreide metingen die in de jaren ’70 en ’80 zijn verricht. De rekenmethoden zijn vastgelegd in de wetgeving [3]. Sinds die tijd hebben de deskundigen echter niet stil gezeten. De akoestische eigenschappen van de nieuwe wegdekken, spoorconstructies en treinmaterieel worden in de gewijzigde voorschriften opgenomen. Ook worden wijzigingen doorgevoerd ten aanzien van de manier van modelleren. De oorspronkelijke voorschriften bleken namelijk nog ruimte te geven voor persoonlijke inzichten van de akoestisch adviseur. Adviseur A berekent dan een ander geluidsniveau dan adviseur B. Dit kwam boven water bij het onderzoek aan de Betuweroute waarbij verschillende bureaus samenwerkten. De nadere afspraken die toen zijn gemaakt zijn inmiddels vastgelegd in de Reken- en Meetvoorschriften railverkeerslawaai '96. Soortgelijke problematiek speelt bij wegverkeer en daarom is recent een studie uitgevoerd door CROW. Het doel is om de standaardisatie van geluidsmodellering te bevorderen en zo de verschillen tussen de rekenresultaten van de diverse geluidspakketten beperkt te houden. De behoefte tot standaardisering en wellicht straks ook certificering van rekenprogramma’s (en bedieners van deze programma’s) komt door de steeds grotere aandacht die er voor geluid vanuit allerlei invalshoeken is.
Ook het Reken- en Meetvoorschrift wegverkeerslawaai wordt gewijzigd. Sinds 1986 ligt er zelfs al een concept klaar. De griffel is nu weer opgepakt en het ziet er naar uit dat in de loop van het jaar de nieuwe voorschriften zullen verschijnen. De correctiefactoren van de nieuwe wegdektypen zullen in de voor­schriften worden opgenomen. De formele wandelgang naar de inspecteur voor de milieuhygiëne, die nodig is om de wegdekcorrectiefactoren van deze wegdekken bij de geluidsberekeningen te mogen toepassen, is dan verleden tijd (voor zover die al bewandeld werd).

Innovatieve geluidstechnieken

Geluidsschermen verstoren het landschap, belemmeren het uitzicht en hebben bovendien niet de voorkeur van minister Pronk. Er moeten toch ook andere en goedkopere manieren zijn om de geluidshinder te beperken, is zijn visie. Voor wat betreft het spoor blijkt dit zeker te kunnen. Zoals vermeld is de plaatsing van veel geluidsschermen overbodig zodra de goederentreinen stiller worden. Helaas komt 90% van het goederenmaterieel in Nederland uit het buitenland. Aanpassing van alleen het Nederlandse materieel is dus vrijwel zinloos. Gelukkig worden in Europees verband afspraken gemaakt over aanpassing van het materieel. Het alternatief "een toelatingssysteem aan de grens" is niet mogelijk omdat dit een beperking van vrij vervoer tussen de Europese lidstaten zou betekenen.

geen geluid, geen uitzicht
Afbeelding 3. Geen geluid geen uitzicht (Volkskrant), liever bronmaatregelen

Het bekende dubbellaags zoab en aanverwante stille wegdekken kunnen het wegverkeerslawaai enige dB's dempen. Veel meer valt te behalen door combinatie met stille autobanden. Het ontwerp van de banden wordt echter beperkt door de veiligheidseisen die samenhangen met de snelheid die de auto kán rijden. Die snelheid is echter veel hoger dan de maximaal toegestane snelheid. Met een verplichte snelheids­beperker in de auto vervalt dit probleem en kan het stiller worden in Nederland.
Verder wordt meer onderzoek verricht naar innovatieve stille geluidstechnieken zoals de betonnen stille spoorconstructies, mini-schermen, antigeluid en bijzondere schermvormen.

Geluid & communicatie

“Dat kun je nou wel zeggen "voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A)" maar núl dB heeft meer mijn voorkeur!” Deze bewoner heeft duidelijk weinig zin in de nieuwe autoweg. De tijden dat projecten werden uitgevoerd zonder overleg met de omgeving zijn voorbij. Misschien niet eens zo zeer omdat overleggen en voor­lichten wel zo netjes is maar misschien nog wel meer omdat dwarsliggende omwonenden het project behoorlijk kunnen verlammen. Met name de angst voor een verslechtering van de woonomgeving speelt hierbij een belangrijke rol. Om dit te voorkomen gaat bij ieder groot infrastructureel project een hele roadshow van voorlichters van gemeentehuis tot café. Het zal weinig verbazing wekken dat bleek dat het moeilijk valt uit te leggen hoe hard een dB is (en dan nog een etmaal, piek of SEL-waarde). Zo stonden de geluidsdeskundigen vroeger met een analoge geluidsmeter en een stofzuiger het publiek te woord. Tegenwoordig is het voor de omwonenden al mogelijk om met virtual reality een kijkje te nemen in de toekomst. De angst voor het onbekenden is dan weg en er kan meer objectief gezocht worden naar passende oplossingen. De voorlichter drukt op een knop, in de virtual reality wereld worden de geluidsschermen hoger en neemt het geluid af. "Kiest u maar" is de vraag.

Het congres Geluid en Trillingen in Nederland

Alle voorgaande onderwerpen worden uitgebreid behandeld op het congres "Geluid en Trillingen in Nederland" op 8 en 9 november 2000 in het World Trade Center te Rotterdam. Het congres wordt voor het vierde achtereen­volgende jaar georganiseerd. Voorgaande jaren was iedereen die actief is op het gebied van beleid, regelgeving, advies en onderzoek met betrekking tot geluid en trillingen aanwezig. Het congres wordt georganiseerd door NS Technisch Onderzoek en de SWOT-groep in nauwe samen­werking met het ministerie van VROM en Verkeer en Waterstaat.
In de ochtend van 8 november zullen sprekers die een functie bekleden in de top van bestuurlijk Nederland of het Nederlandse bedrijfsleven hun visies over geluidshinder uit een zetten en daarover met elkaar en het publiek discussiëren. 's Middags zullen deskundigen in vijf parallelle sessies ingaan op GIS & geluid, meet- & rekentechnieken, innovatieve stille technieken, geluid & communicatie en trillingen [4].
In de herfst zal de tweede kamer zich uitspreken over MIG. Deskundigen van o.a. VROM en V&W zullen u op het congres (9 november) haarfijn uitleggen hoe deze nieuwe regelgeving er uit gaat zien. 's Middags kunnen de deelnemers een rol spelen in een simulatie van de wereld na invoering van MIG.
Tijdens het congres vindt een vakbeurs plaats over geluid en trillingen welke in het teken staat van innovatie.

Voor meer informatie over het congres zie http://www.swot-groep.nl

referenties en voetnoten:

[1] Geluid, februari 1999, Geluid in Model gebracht!, Hans Schmitz en Hans van Ettinger van Rijkswaterstaat Zuid-Holland

[2] Geluid, december 1999, Handhaving en planning van geluid van grote verkeersnetwerken met Gerano, Frank Elbers van NS Technisch Onderzoek

[3] Het rekenen heeft in relatie tot meten een aantal voordelen. Ten eerste kan een toekomstige situatie niet worden gemeten. Ten tweede is het voor de meeste studies, gezien het benodigde aantal meetpunten, praktisch onmogelijk om aan de hand van metingen een volledig en representatief beeld te krijgen van de geluidssituatie. Tot slot is de rechtszekerheid van de betrokkenen groter, aangezien de rechtszekerheid niet afhankelijk is van moeilijk reproduceerbare meetfouten.

[4] In tegenstelling tot geluid zijn voor trillingen de normen en modelleringsregels nog niet wettelijk vastgelegd. Ingegaan zal worden op de juridische aspecten rond trillingen zoals schade, hinder en aansprakelijkheid.

...home