Laagfrequent geluid en trillingen

Verslag bijeenkomst Nederlands Akoestisch Genootschap, Utrecht, 20 september 2000
door Elly Waterman

Een goed bezochte bijeenkomst van het Nederlands Akoestisch genootschap over twee thema's die volop in beweging zijn.

Laagfrequent geluid (LFG)

W. Soede gaf een overzicht van belangrijke handreikingen over laagfrequent geluid. Het protocol van DCMR geeft een handvat hoe men kan omgaan met klachten. De NSG richtlijn geeft aan hoe men laagfrequent geluid kan meten en hoe men kan toetsen op hinder, waarbij uitgangspunt is dat zodra iemand LFG hoort er direct ook sprake is van hinder.

De volgende lezing, van F. v.d. Berg, Natuurkundewinkel Groningen, gaf een beeld van de vele controlled case-studies de afgelopen jaren. LFG komt hieruit naar voren als een moeilijk grijpbaar probleem, dat sterk individueel bepaald is. In tegenstelling tot wat men verwacht blijkt hinder door LFG sterker op te treden als het gemeten geluidniveau lager is. Het geluidniveau van LFG ligt zelfs vaak onder de gehoordrempel. Niettemin is LFG voor betrokkenen een groot probleem. Er blijken in deze groep bijvoorbeeld meer slaap- en kalmeringsmiddelen gebruikt te worden.

De lezing van P. Sloven, DCMR, sloot hierop aan. Hij liet zien hoe belangrijk het is de situatie van de gehele persoon te bekijken. Soms is er bij klachten over LFG geen akoestische bron te vinden. Een aanpak gericht op het leren leven met het probleem is dan vaak effectief. Soms speelt tinnitus een rol, bijvoorbeeld door medicijngebruik. De heer Sloven geeft een voorzet voor een normstelling gebaseerd op de 25dB(A) curve bij hoge frequenties en op de gehoordrempel bij lage frequenties.

De heer Soede bleek ook behoefte aan een norm te hebben: bij de lange tunnel onder Amsterdam die gepland is voor de Noord-Zuid metrolijn zou een norm voor LFG het ontwerpproces kunnen ondersteunen. Men weet momenteel namelijk niet wat een acceptabel LFG niveau zou zijn.

G. Lassche van Peutz hield zijn lezing over een aantal praktijk situaties. Het verhaal over een klaagster over LFG liet zien hoe ongrijpbaar het probleem is: op de eerste meetdag was het geluid bij 63 Hz goed aan te tonen. Maar op de tweede meetdag was het geluid op de meetapparatuur verdwenen, terwijl de vrouw het geluid juist op dat moment heel sterk ervaarde. In andere gevallen is LFG echter goed aan te tonen en met de nodige deskundigheid kan het probleem ook wel verholpen worden. Afdwingen van maatregelen bij de geluidsbron is op grond van de huidige geluidwetgeving echter niet mogelijk, aldus de heer Lassche.

Trillingen

Laagfrequent geluid is dus een probleem waar moeilijk grip op te krijgen is. Dit geldt ook voor trillingen die door de bodem worden overgedragen, maar dan vooral bij het modelleren ervan.

Achtereenvolgens gingen de heren J. Stoop (Fugro) A. Koopman (TNO Bouw), P. Waart (TNO Bouw)en W. Soede (Ardea) in op de modelleer problematiek. Ondanks alle inspanningen de afgelopen jaren is men er niet in geslaagd een nauwkeurig model op te stellen.

Het zoeken naar modellen voor de Nederlandse slappe bodems lijkt nu bijna terug bij af. De komende tijd gaat men in Delft hier hard op studeren. De heer Waarts vroeg zich af of nauwkeurig modelleren wel nodig is. Schrijfster dezes meent van wel. Met enige nauwkeurigheid voorspellingen kunnen doen is een absoluut noodzakelijke voorwaarde om eindelijk te komen tot een wettelijke regeling voor trillingen in de woonomgeving.

home...