Per 1 januari zijn er diverse wijzigingen in de Regeling geluid milieubeheer (Rgm) en het Reken en meetvoorschrift geluid (RMG2012). Hieronder de relevante wijzigingen.
De geluiddiffractor, die al steeds vaker wordt toegepast, is nu opgenomen in Bijlage III van het RMG2012. Bijlage III gaat over wegverkeer. Voor railverkeer kan er dus formeel nog niet mee gerekend worden. Een andere beperking is, dat de diffractor nog steeds niet als maatregel is opgenomen in het doelmatigheidscriterium. Ook heeft Rijkswaterstaat de diffractor nog niet vrijgegeven als (niet-doelmatige) maatregel langs rijkswegen.
Ook minischermen langs het spoor zijn al enkele keren succesvol geplaatst, en de roep erom klinkt van steeds meer gemeenten: wel geluidreductie, maar het uitzicht verandert vrijwel niet. Helaas voor hen is nu in het Rgm expliciet opgenomen dat schermen op een afstand binnen 2,5 meter van het spoor zijn uitgezonderd als maatregel in het doelmatigheidscriterium. In het RMG2012 geldt nu dat, als schermen op minder dan 2,5 meter uit het spoor staan, dan hoef je die niet meer op 2,5 meter afstand in het rekenmodel te zetten, maar op de werkelijke locatie.
Op diverse betonnen spoorbruggen bestaat de bovenbouw uit een spoorbaan met regelbare spoorstaafbevestiging zonder ballastbed (bb=6). Vanaf nu zijn er kentallen om met bb=6 te kunnen rekenen.
Daarnaast zijn er kleine wijzigingen bij het spoormaterieeltype: de RSG-3 treinen (o.a. RET-metro’s) staan nu in categorie 7, en in categorie 9 is de Eurostar opgenomen.
Tot slot zijn er nog enkele kleine, veelal tekstuele wijzigingen, o.a. over de eenvoudige methode van het saneringsplan, verwijzing naar TBS-klinieken en de wegen op de plafondkaart.