Burgemeester en wethouders adviseren de gemeenteraad om vast te houden aan het oude draaiprogramma van Windpark Houten. Een proef met een alternatief programma heeft bij omwonenden onvoldoende geleid tot vermindering van de ervaren geluidshinder in de nacht.
Dit blijkt uit onderzoek van de Universiteit Utrecht. Daarin geeft een deel van de bewoners aan dat zij in de proefperiode ’s avonds/’s nachts minder geluidshinder hebben ervaren. Volgens anderen was er juist sprake van een toename van geluidshinder. Bij hun afweging hebben burgemeester en wethouders de toegenomen ervaren geluidshinder bij omwonenden, die het dichtst bij de molens wonen, het zwaarst laten wegen.
Proef april-juli 2018

In 2018 vroeg de gemeenteraad aan Eneco om een proef te doen met een alternatief draaiprogramma voor Windpark Houten. Doel van de proef was om na te gaan of de beleving van de nachtelijke geluidshinder voor omwonenden verder kon verminderen. Dit als aanvulling op eerder uitgevoerde maatregelen zoals het plaatsen van zogenoemde uilenveren en een bromtoondemper.
De proef – de laatste activiteit om de evaluatie van Windpark Houten af te ronden – duurde van half april tot half juli 2018. In die periode draaiden de molens overdag vaker en ’s nachts volgens een speciaal ontwikkeld programma om het geluid zoveel mogelijk te verminderen. De feitelijke geluidsproductie in de nacht, zo blijkt uit de cijfers, was 2 dB lager. Overdag was de situatie gelijk met het huidige draaiprogramma. De onderzoekers van de Universiteit Utrecht constateren ook dat tijdens de proef de duurzame elektriciteitsproductie van het windpark flink hoger was, namelijk 33%.
Onderzoek voor en na de proef
De Universiteit Utrecht heeft twee keer onderzoek onder bewoners gedaan naar hun beleving van het windpark – vóór en ná de draaiproef. Alle 862 huishoudens binnen een straal van 1000 meter rond het windpark konden meedoen. De meting ná de proef moest antwoord geven op de vraag of de ervaren geluidshinder in de proefperiode kleiner of groter was geworden. Daarnaast konden omwonenden aangeven of zij voor- of tegenstander zijn van het permanent maken van de proef. Ruim 25% van de huishoudens (220 respondenten) deed mee aan de enquête.
Enkele conclusies uit het belevingsonderzoek:
Hinder:
– De ervaren hinder van het windpark is de afgelopen jaren afgenomen. Dit geldt vooral voor zichthinder en slagschaduw.
– Het aantal mensen dat geluidshinder ervaart, is tijdens de proef
licht gestegen. Zowel ’s avonds, ’s nachts en overdag zijn er ongeveer
evenveel mensen die een toename of een afname van de geluidshinder
hebben ervaren.
– Een meerderheid van de respondenten (65%) had geen hinder vóór de proef en ook niet tijdens de proef.
– Een kleine 50% van de 18 respondenten uit de eerste ring (dichtst bij
de molens) rapporteerden tijdens de proef evenveel of een toename van
de ervaren geluidshinder door bewegende wieken, zowel overdag als ’s
nachts. 39% gaf aan zowel vóór als tijdens de proef geen overlast te
hebben ervaren.
Wel/niet permanent maken proef:
– Een minderheid (ruim 20%) van de respondenten is tegen het permanent
maken van de proef. Ongeveer 60% heeft hierover ‘geen mening’ of weet
het niet. De overige ruim 20% is vóór het alternatieve draaiprogramma.
Van de groep direct omwonenden (18 respondenten) is 55% tegen het
voortzetten van de proef.
Hoe verder?
Het advies van het college van burgemeester en wethouders gaat nu naar de gemeenteraad.
Bron: Gemeente Houten