Er is veel maatschappelijke discussie over de plek van de windmolenparken. Er zijn mensen die zich zorgen maken over de gevolgen van deze turbines als deze in de buurt van hun woonomgeving worden ingepland. De zorgen gaan over veel verschillende aspecten: grootte, horizonvervuiling, slagschaduw, geluidhinder, inspraak en de gezondheidseffecten. Het RIVM heeft dan ook onderzoek gedaan naar de gezondheidseffecten van het geluid van windturbines door te kijken naar de wetenschappelijke literatuur tussen 2017 en 2020.
Er is in Nederland nog niet zoveel onderzoek naar gedaan naar de gezondheidseffecten van windturbinegeluid. Een systematisch literatuuronderzoek, dat alle relevante internationale onderzoeken omvat, is dan ook een goede methode om de vraag te beantwoorden of windturbinegeluid samenhangt met gezondheidseffecten. Er komen steeds meer studies bij van goede kwaliteit.
Wel of niet schadelijk?
Uit het overzicht van de wetenschappelijke onderzoeken blijkt dat er een duidelijke relatie bestaat tussen het geluidniveau van windturbines en hinder. Er is geen eenduidig bewijs gevonden voor een relatie met slaapverstoring: met andere woorden de ene studie vindt wel een effect en de andere niet.
Voor andere gezondheidseffecten zoals hart- en vaatziekten, stofwisselingsstoornissen, mentale gezondheid en cognitieve effecten is niet voldoende bewijs gevonden. Dit kan betekenen dat er geen relatie is, er nog onvoldoende onderzoek gedaan is, het onderzoek van lage kwaliteit is, of dat er tegenstrijdige resultaten zijn.
De mate waarin hinder of overlast van windturbines wordt ervaren kan van persoon tot persoon verschillen. Een belangrijke factor die naast geluid bepaalt of mensen hinder ervaren, is of mensen betrokken zijn bij de besluitvorming van de plannen en de gang van zaken rond plaatsing van de turbines. Verder blijken geluidgevoeligheid, de houding ten opzichte van windturbines, visuele aspecten en economisch voordeel een belangrijke rol te spelen.
Strijd over schadelijkheid
In Amsterdam wil de gemeente windmolens bouwen op het IJmeer, maar hier zijn veel mensen tegen. Ze maken zich vooral zorgen over de gezondheidseffecten. Om te bekijken of deze echt schadelijk zijn, nodigde de raad verschillende deskundigen over windenergie uit. Ook een vertegenwoordiger van het RIVM was hier aanwezig. Hij gaf toe dat windmolens hinder kunnen veroorzaken en dat die hinder kan zorgen voor gezondheidsproblemen.
Audioloog Jan de Laat van het Leidse ziekenhuis LUMC is kritischer. Hij deed een literatuuronderzoek en geeft aan dat op een afstand van 500 tot 700meter rond windparken 50 tot 80 procent van de bevolking klaagt over slaapverstoring. Hij adviseert dat bij de windmolens die Amsterdam wil plaatsen, 900 tot 1300 meter afstand van woningen wordt gehouden.
Ervaringsdeskundigen
In de Hoeksche Waard zijn afgelopen jaar vijf gigantische windturbines geplaatst. De inwoners geven aan dat het geluid het grootste probleem is voor hen. Diverse inwoners, die aan de voet van de windturbines woonden, zijn verhuisd door het ondraaglijke geluid. ‘Vooral ’s nachts was het erg’, zegt Claus. ‘Dan valt al het andere geluid weg. Ik werd elke nacht wel zes of zeven keer wakker. Inslapen was ook moeilijk. Je gaat je liggen ergeren.
Hartkloppingen kreeg ik ook. Ik sliep geregeld maar drieënhalf uur per nacht. En als ik dan overdag mijn bus vol schoolkinderen had, want ik ben buschauffeur, dacht ik: dit is onverantwoord. Je wordt er ziek van en doodongelukkig’, zegt Claus van de Wiel in de Volkskrant, één van deze bewoners. Toen hij uiteindelijk verhuisde, sliepen ze binnen een week weer goed door.
Wetgeving
De norm die door de wet bepaald wordt, is zo gekozen dat 9 procent van de mensen binnenshuis ernstige hinder ervaart; buitenshuis zelfs 20. Anders zou er te weinig ruimte overblijven voor de windmolens. Echter, uit onderzoeken overal ter wereld blijkt dat dit meestal niet het geval is. Zo bleek in Canada 13,7% ernstige hinder te ervaren en in Polen zelfs 22,9 procent. Ook in Nederland lijkt de de hinder te worden onderschat. Verder wordthet als probleem ervaren dat de windturbines steeds groter worden.
Volgens Frits van den Berg, die meerdere rapporten over windturbinegeluid schreef voor overheidsinstituut RIVM, is het niet zo dat grote windmolens automatisch meer lawaai maken. In de Volkskrant zegt hij: ‘Het geluidsniveau hangt vooral samen met de snelheid van de tip van de wieken’, legt hij uit. ‘Naarmate de windmolens groter worden, draaien ze langzamer. En dus maken ze in de praktijk niet meer geluid.’ Van den Berg wijst erop dat de hinder die mensen rapporteren vaak niet afhangt van het geluidsniveau an sich. De ergernis is bijvoorbeeld sterker wanneer mensen de windturbines kunnen zien vanuit hun huis. Of bij verklaarde tegenstanders van duurzame energie. Of bij mensen die het idee hebben dat ze geen invloed hebben gehad op de besluitvorming. En wie economisch profijt heeft van de turbines, is juist eerder geneigd zijn schouders op te halen.
Bronnen: RIVM, Parool, Volkskrant