Geluid van wegverkeer, burenlawaai en vliegverkeer zijn de belangrijkste veroorzakers van hinder die Nederlanders in hun woonomgeving ervaren. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM en CBS onder ruim 8.000 Nederlanders van 16 jaar en ouder.
Het onderzoek wordt periodiek uitgevoerd om voor beleid de ontwikkelingen in aard en omvang van de hinder te volgen.
De ergste bronnen
Bij wegverkeer zorgen verkeer op wegen met een maximum snelheid van 50 kilometer per uur, brommers en scooters voor de meeste geluidhinder. Burenlawaai wordt vooral veroorzaakt door traplopen, slaan met deuren, lopen op harde vloeren en geluid dat buren buiten maken.
Geluidhinder door militair vliegverkeer is afgenomen; de hinder door de burgerluchtvaart op landelijk niveau blijft ongeveer gelijk.
Geluidshinder door treinverkeer valt landelijk gezien buiten de top drie 3 van wegverkeer, burenlawaai en vliegverkeer, maar kan lokaal voor veel hinder zorgen, vooral het goederenvervoer.
Overige hinder
Geurhinder wordt vooral veroorzaakt door activiteiten van de buren waarbij verbrandingsprocessen (bij barbecues, vuurkorven, openhaarden en allesbranders) een belangrijke rol spelen. Dit gaat vaak samen met geluidhinder.
Wegverkeer is met afstand de belangrijkste bron van hinder door trillingen, gevolgd door bouw- en sloopactiviteiten en vliegtuigen en helikopters.
Acht procent van de Nederlandse bevolking heeft last van laagfrequent geluid. Hierbij is vaak niet één bron als oorzaak aan te wijzen. De omvang van het probleem vormt een signaal voor de overheid om deze overlast in beleid mee te nemen.
Slaapverstoring
Geluid kan tot slaapverstoring leiden. Vooral geluid van wegverkeer, van buren en van recreatieve activiteiten (zoals kermissen en sportvelden) zorgen daarvoor. Slaapverstoring door vliegverkeer komt voornamelijk voor in de omgeving van Schiphol. Dat is minder het geval rond de regionale burgerluchthavens omdat daar minder nachtvluchten zijn.
Een opvallende toename van de slaapverstoring komt door overvliegende helikopters, vooral in het westen van het land.
Bron: RIVM