De rechtbank Midden-Nederland heeft geoordeeld dat de provincie Utrecht meer overtuigende argumenten moet leveren waarom verstoring van vleermuizen wordt toegestaan voor de bouw van kostbare koopwoningen op de voormalige vliegbasis Soesterberg. Het huidige gebrek aan helderheid over hoe deze woningen zouden bijdragen aan de verlichting van de woningnood, terwijl dit ten koste gaat van het leefgebied van diverse diersoorten, leidde tot dit besluit.
De voormalige vliegbasis Soesterberg, nu ontwikkeld tot natuurgebied en woongebied, herbergt beschermde diersoorten die enkel verstoord mogen worden met een speciale ontheffing. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht heeft in de zomer van 2021 zo’n ontheffing verleend voor de bouw van 250 tot 440 nieuwe huizen. Echter, de stichting Milieuzorg Zeist en omstreken is het hiermee oneens en heeft beroep aangetekend bij de rechtbank.
Type woningen
De verstoring van vleermuissoorten tijdens de bouw en erna, veroorzaakt door licht, geluid en veranderingen in leefomgeving, stuit op weerstand. Hoewel de provincie stelt dat de woningnood de verstoring rechtvaardigt, heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende bewijs is dat dure koopwoningen in het hogere prijssegment daadwerkelijk bijdragen aan het verlichten van dit probleem. Onderzoeken naar de woningmarkt in de regio’s Soest en Zeist tonen aan dat er voornamelijk vraag is naar huurwoningen, appartementen en betaalbare koopwoningen, wat afwijkt van het voorgestelde koopsegment.
Terwijl de provincie de gelegenheid krijgt om binnen drie maanden aanvullend bewijs te leveren voor de behoefte aan woningen in het duurdere segment, blijft de bouw van de woonwijk voorlopig opgeschort. Hoewel de provincie stelt dat de definitieve uitspraak nog niet is gedaan en de mogelijkheid heeft om aanvullende informatie te verstrekken, benadrukt de rechtbank dat er betere onderbouwing nodig is om verstoring van beschermde diersoorten te rechtvaardigen.