De media staan bol van de berichten over hinder van luidruchtige voertuigen, met name motoren (zie dit recente artikel elders in Geluidnieuws over dit onderwerp). Maar er gloort hoop in de vorm van de akoestische flitspaal.
„Op dit moment loopt er in Parijs en Londen een proef met apparatuur die zowel snelheid als geluid meet. Iedere overtreder krijgt een bon, ook de opgevoerde brommer. Het plaatsen van die palen in Nederland lost veel problemen op en kost de politie geen extra menskracht,” zegt Arjan Everink, hoofd verkeer en rijopleiding van de Koninklijke Nederlandse Motorrijders Vereniging (KNMV), in het Reformatorisch Dagblad.
Experimenten in Rotterdam
Luidruchtige auto’s en motoren zijn al jarenlang een probleem in Rotterdam, er wordt altijd wel ergens in de stad over gemopperd. De gemeenteraad gaf het stadsbestuur daarom vorig jaar de opdracht om, net als Parijs, te experimenteren met lawaaiflitsers. Maar dat is volgens verkeerswethouder Judith Bokhove makkelijker gezegd dan gedaan. Het apparaat dat in de Franse hoofdstad wordt getest is nog niet ‘operationeel inzetbaar’. “Er is voor zover bekend één aanbieder van een geïntrigeerde flitspaal voor geluid. Maar dit systeem is nog onvoldoende ontwikkeld om verkeersgeluid te onderscheiden van andere geluidsbronnen”, schrijft Bokhove in een raadsbrief.
Daarom gaat de gemeente, samen met wetenschappelijk instituut TNO, een eigen geluidsmeting doen. Op de Meent, West-Kruiskade en Nieuwe Binnenweg wordt deze zomer gedurende enkele weken vastgelegd hoeveel geluid het verkeer er sowieso maakt en hoe de geluidspieken klinken. “Dat is nog niet eerder gedaan in Nederland”, stelt Bokhove. Vervolgens wordt met andere partijen bekeken hoe een lawaaiflitser van de grond kan komen. “Juridisch is er nog niets geregeld over de inzet van een dergelijk systeem voor handhaving.” Beboeten is daarom nog niet mogelijk.
Ervaringen in Rotterdam-Zuid
Allemaal leuk en aardig, maar ondertussen gebeurt er niks op Zuid, constateert Ed Arnold van de wijkraad Feijenoord. Volgens Arnold zijn de straatraces een oud probleem, maar neemt de overlast wel steeds verder toe. De ontwikkeling van een lawaaiflitser vindt Arnold een loffelijk streven, maar hij ziet meer in lik op stuk. “Er wordt nu gewoon niet opgetreden tegen straatracers.”
Bronnen: Reformatorisch Dagblad, PZC.