Bewoners van vooral Hoofddorp-Noord hebben sinds de opening van de Polderbaan hinder van grondgeluid: laagfrequent geluid veroorzaakt door vertrekkende vliegtuigen (zie ook het artikel elders in geluidnieuws.nl). In een laboratoriumstudie wordt de binnenshuis ervaren hinder ten gevolge van door vertrekkende vliegtuigen veroorzaakt geluid onderzocht. In een artikel in The Journal of the Acoustical Society of America schrijven J. Vos en M. Houben hierover. Hieronder staat een samenvatting.
De studie is onderdeel van een project dat beoogt het beoordelingssysteem voor laagfrequent geluid te verfijnen. In de praktijk zijn vaak meerdere factoren van invloed op de ervaren hinder: (1) voor de bewoners kwam dit geluid als een verrassing omdat de vliegtuigen immers niet over de woonwijken vlogen, (2) er was extra aandacht voor vliegverkeer door een ongeluk en een incident in respectievelijk 2009 en 2010, en (3) er was in die periode ook veel aandacht voor technische oplossingen om het grondgeluid te reduceren. In een laboratoriumstudie kan deze op de hinder van invloed zijnde dynamiek rond het grondgeluid aanmerkelijk worden beperkt.

Dit vliegtuiggeluid wordt gedomineerd door betrekkelijk hoge geluidniveaus in de octaafbanden rond 16 en 31.5 Hz. Ter vergelijking wordt ook de hinder van het geluid van wegverkeer en passagierstreinen onderzocht. Bij deze laatste twee bronnen is het geluidniveau in de genoemde octaafbanden aanmerkelijk lager. De geluiden werden aangeboden op een binnenshuis gemeten A-gewogen equivalent niveau van 32 en 42 dB. De deelnemers zijn mannen en vrouwen met een leeftijd tussen 20 en 40, of tussen 40 en 60 jaar. De binnenshuis ervaren hinder nam toe met het geluidniveau, maar tussen de drie onderzochte bronnen waren geen wezenlijke verschillen in de hinder. De geluidhinder werd bovendien niet of nauwelijks beïnvloed door geslacht of leeftijd. Indien de geluiddosis wordt uitgedrukt in het A-gewogen geluidniveau buiten aan de gevel, vinden we ten opzichte van de hinder van wegverkeer een penalty voor het vliegtuiggeluid en een bonus voor railverkeersgeluid. Deze correcties komen op zijn minst in kwalitatief opzicht overeen met de correcties die in eerdere laboratorium- en veldstudies zijn gevonden. In de onderhavige laboratoriumstudie kunnen die correcties worden voorkomen door bij de voorspelling van de hinder naast het A-gewogen geluidniveau ook het verschil tussen het aan de gevel optredende C-gewogen en A-gewogen geluidniveau mee te nemen. Met die twee voorspellers samen bedroeg de verklaarde variantie in de gemiddelde hinderbeoordeling maar liefst 98%.