Kamervragen padel: Rijk wijst naar gemeenten

Staatssecretaris Heijnen (IenW) geeft antwoord op nadere vragen over het geluid van padelbanen. De vragen zijn gesteld door de fractie van BBB in de Eerste Kamer. De leden van de fractie van de BBB constateren dat de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG), onder andere samen met de Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond (KNLTB) en de Vereniging van Padelbaanbouwers Nederland (VPN), een gezamenlijke handreiking heeft opgesteld waarin zij adviseert om geluidsnormen alsmede afstanden tussen de geluidsbronnen en woningen te hanteren.

Hieronder staan de vragen en de antwoorden.

  1. Is de regering bekend met het aantal conflicten en gerechtelijke procedures die in ons land gevoerd zijn en worden over de geluidshinder die deze betrekkelijk jonge racketbuitensport veroorzaakt?
    Antwoord vraag 1: Ik ben niet bekend met een eenduidige registratie van het aantal rechterlijke procedures in verband met padelbanen. Uit de aandacht die de afgelopen tijd in de media aan dit onderwerp is gegeven, komt het beeld naar voren dat dit inderdaad op steeds meer plaatsen speelt.

  2. Is de regering bekend met het bijzondere pulsgeluid dat het spelen van padel veroorzaakt? En is de regering het met deze leden eens dat dit geluid qua aard en volume zeker als hinderlijk piekgeluid kan worden aangemerkt voor de omwonende rond deze padelbanen?
    Antwoord vraag 2: Ja, de regering is bekend met dit specifieke type geluid. Verschillende soorten activiteiten brengen verschillende typen geluid voort, en bekend is dat daarbij ook verschillen optreden in de mate van hinderlijkheid die omwonenden ervaren. Deze kennis kan ook doorwerken in regels – normhoogte en soort regels – die het bevoegd gezag kan stellen voor verschillende activiteiten.

  3. Is de regering bekend met de Handreiking Padel en Geluid ‘Een praktisch handvat dat partijen kan helpen bij een juiste afweging en inpasbaarheid’ van januari 2023 die op initiatief van de KNLTB en in samenwerking met vertegenwoordigers van betrokken partijen en geluidspecialisten is opgesteld als kader voor de weging van geluidsnormen in de samenleving tussen padelbanen en omwonenden
    Antwoord vraag 3: Ja

  4. Is de regering bereid om deze handreiking te beoordelen en zo mogelijk als toetskader van het normenkader onder de Omgevingswet op te nemen, waaraan de omgevingsdiensten aanvragen voor de aanleg van nieuwe padelbanen toetsen?
    Antwoord vraag 4: Onder de Omgevingswet bepaalt niet het Rijk de normen of regels voor dergelijke activiteiten. De verantwoordelijkheid en bevoegdheid daarvoor berust bij het gemeentebestuur, dat een afweging maakt op basis van de concrete lokale situatie en omstandigheden. De regelgeving onder de Omgevingswet bevat hiervoor onder andere standaardwaarden als vertrekpunt, aan de hand waarvan het gemeentebestuur de lokale afweging kan maken over de aanvaardbaarheid van het geluid van activiteiten voor omwonenden, en over de regels waarmee die aanvaardbaarheid geborgd wordt in het gemeentelijke omgevingsplan. Bij het maken van die bestuurlijke afweging kan een handreiking als deze een nuttig handvat vormen. Ook die keuze is aan het gemeentebestuur.

  5. Is de regering bekend met het feit dat de Omgevingswet en het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO) – naar de leden van de fractie van de BBB kunnen overzien – bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor de aanleg van een padelbaan niet voorziet in, noch een passend toetskader biedt voor de geluidsnormering?
    Antwoord vraag 5: Zoals in antwoord op vraag 4 is beschreven, is het aan het gemeentebestuur om regels voor het geluid op te nemen in het omgevingsplan als onderdeel van het bredere kader voor het ruimtelijk toelaten van activiteiten. Totdat die regels in het omgevingsplan zijn opgenomen, gelden direct vanaf inwerkingtreding van de Omgevingswet de geluidregels die via de bruidsschat in het omgevingsplan zijn ingevoegd. Daardoor wordt het geldende kader voor het geluid van activiteiten daarin opgenomen. Het omgevingsplan wordt ontsloten via het DSO. Als de padelbaan niet voldoet aan de regels van het omgevingsplan, bijvoorbeeld vanwege piekgeluid, kan de exploitant een aanvraag indienen voor het afwijken van het omgevingsplan (een zgn. buitenplanse omgevingsplanactiviteit). Het bevoegd gezag dat die aanvraag beoordeelt, kan daarbij de genoemde handreiking hanteren.

Bron: Rijksoverheid