VVD en D66 kritisch over voortgang geluidsanering

Kamerleden van de VVD en D66 hebben kritische vragen gesteld over de beleidsdoorlichting geluid die het ministerie van IenW in 2022 over de geluidsanering heeft uitgevoerd. De beleidsdoorlichting had als doelstelling om in beeld te brengen in welke mate het uitgevoerde beleid doeltreffend en doelmatig is van de geluidsanering bij (spoor)wegen in beheer bij het Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen over de periode 2015-2021, mede in relatie tot het bredere geluidbeleid.

De fracties lezen dat de vorige beleidsdoorlichting in februari 2016 met de Kamer is gedeeld. Eén van de aanbevelingen destijds was om ‘eind- en tussendoelen te stellen voor de resterende sanering’. De fractieleden lezen eveneens dat ‘teneinde tenslotte bij de volgende beleidsdoorlichting de benodigde gegevens volledig beschikbaar te hebben enkele acties in gang worden gezet’ en dat dit moet leiden tot ‘effectiever beleid en een vollediger beleidsdoorlichting in de toekomst’. Ze lezen, in de recent verschenen beleidsdoorlichting, dat het doel om de lokale sanering (A-lijst) voor 2020 af te ronden niet is behaald, dat het doel om voor 2020 voor rijkswegen en hoofdspoorlijnen saneringsplannen in te dienen niet is behaald en dat voor deze saneringen volgens het rapport beperkt inzicht bestaat in de doelmatigheid. Hieruit volgde onder andere de volgende vraag aan de staatssecretaris:

“Op welke manier zijn de aanbevelingen uit 2016 opgevolgd en waarom ondanks die aanbevelingen de doelen niet behaald zijn en het inzicht niet voldoende is?”


Hierop kwam de staatssecretaris Heijnen van Infrastructuur en Waterstaat met het volgende antwoord:

De wijze waarop gevolg is gegeven aan de aanbevelingen uit 2016 is beschreven in paragraaf 2.5 van de voorliggende Beleidsdoorlichting geluid. Daar is onder meer aangegeven dat er in 2019 een actualisatie heeft plaatsgevonden van de saneringsstatus van woningen op de saneringslijst, dat er structureel gemonitord wordt hoeveel woningen worden gesaneerd en wat de bijbehorende kosten zijn, en dat er een analyse is gemaakt van (een steekproef van) reeds uitgevoerde projecten.

Het doel om de lokale sanering (A-lijst) voor 2020 af te ronden, is niet behaald omdat sinds de vorige beleidsdoorlichting het beleidsdoel is gewijzigd. Onder de Omgevingswet gaat de A-lijst op in een nieuwe saneringslijst met een nieuwe peildatum voor de geluidbelasting. Voor de nieuwe saneringslijst is het doel om voor de woningen op die lijst uiterlijk in 2039 een saneringsprogramma te hebben vastgesteld (Aanvullingswet geluid Omgevingswet, Stb. 2020, 83). Saneringsprogramma’s hebben indicatief een looptijd van 5 jaar. Inmiddels is minimaal 95% van de A-lijst gesaneerd. Vermoedelijk is dit nog een onderschatting en zijn er nog meer woningen gesaneerd, omdat niet alle gemeenten hun gesaneerde woningen hebben afgemeld. Daarnaast zijn in de afgelopen jaren ook veel woningen van de Overige-lijst gesaneerd.

Het oorspronkelijke doel om uiterlijk in 2020 voor rijkswegen en hoofdspoorwegen saneringsplannen in te dienen is niet behaald doordat in 2015 een tussentijdse evaluatie is uitgevoerd waaruit bleek dat de kosten van de sanering hoger zouden zijn dan het beschikbare budget. De Kamer is hierover geïnformeerd bij brief van 20 november 2015 (kamerstukken 32252 nr. 56). Dit heeft onder meer geresulteerd in een wijziging van de Regeling geluid milieubeheer in 2016. Als gevolg van deze evaluatie en de daaruit voortvloeiende aanpassing van het wettelijke kader heeft het opstellen van saneringsplannen meer tijd genomen dan oorspronkelijk beoogd. Daarom is in de Wet milieubeheer een nieuwe doelstelling opgenomen van 2023 voor het indienen van saneringsplannen. Deze doelstelling
lijkt te worden gehaald.

Voor het verbeteren van het inzicht in de doelmatigheid van het beleid zijn in de afgelopen jaren stappen gezet. Hiervoor verwijs ik naar paragraaf 2.5 van de Beleidsdoorlichting geluid, waar onder meer is aangegeven dat er in 2019 een actualisatie heeft plaatsgevonden van de saneringsstatus van woningen op de saneringslijst, dat er structureel gemonitord wordt hoeveel woningen worden gesaneerd en wat de bijbehorende kosten zijn, en dat er een analyse is gemaakt van (een steekproef van) reeds uitgevoerde projecten. In mijn brief aan de Kamer geef ik onder ‘Beter inzicht’ aan welke stappen in de komende jaren worden gezet om het inzicht verder te vergroten.

Bron: Rijksoverheid