Gpp’s langs spoor verlagen voor woningbouw

Dankzij investeringen en jarenlang beleid is het Nederlandse spoor structureel stiller geworden. Daarom verlaagt staatssecretaris Thierry Aartsen van het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat de geluidproductieplafonds (gpp’s) op bijna de helft van de locaties langs het spoor. Dat maakt woningbouw langs het spoor eenvoudiger.

Zorgvuldige afweging van belangen

De gemiddelde verlaging is 3 decibel. De nieuwe plafonds houden rekening met de toekomstige groei van het treinverkeer en eventuele hogere snelheden. De verlaging is gebaseerd op een zorgvuldig uitgevoerd onderzoek, waarbij de belangen van de omgeving, reizigers en vervoerders zijn meegewogen, zowel voor nu als in de verre toekomst.

ProRail investeerde samen met de spoorsector en het ministerie in stillere treinen en aanpassingen aan de infrastructuur. Door raildempers en de vervanging van houten dwarsliggers door moderne betonnen dwarsliggers is het geluid van het spoor structureel afgenomen. Hoewel er meer en langere treinen rijden is het spoor aantoonbaar stiller geworden, zowel voor personen- als goederenvervoer.

Inhoud van besluit

De geldende geluidnormen voor hoofdspoorwegen zijn als omgevingswaarde vastgelegd in geluidproductieplafonds op langs de hoofdspoorwegen gelegen virtuele geluidreferentiepunten. De geluidproductieplafonds zijn vastgelegd in het geluidregister dat is in te zien op www.geluidgegevens.nl.

Op 25 juni 2024 heeft de Minister het actieplan omgevingslawaai hoofdspoorwegen 2024–2029 vastgesteld. Het actieplan bevat de resultaten van een onderzoek naar de geluidruimte op het spoor. De geluidruimte is de ruimte tussen de hoogte van het geluidproductieplafond en de daadwerkelijke geluidproductie van het treinverkeer. Gebaseerd op deze resultaten heeft vervolgonderzoek plaatsgevonden. Uit dit onderzoek blijkt dat er genoeg geluidruimte beschikbaar is om op een groot aantal referentiepunten het geluidproductieplafond verlaagd vast te stellen.

Ruimte voor bouw

Een belangrijke reden voor de verlaagde vaststelling is dat gemeenten, als het gaat om de bouw van geluidsgevoelige objecten (zoals woningen, scholen en ziekenhuizen) langs hoofdspoorwegen, verplicht zijn uit te gaan van de geluidbrongegevens waarop de vigerende geluidproductieplafonds zijn gebaseerd.

Het vervolgonderzoek is vastgelegd in het rapport ‘Landelijke gpp-verlaging 2025 – akoestisch onderzoek’ van ProRail, met datum 6 oktober 2025. Uit het onderzoek blijkt dat 26.614 geluidproductieplafonds gelegen langs spoortrajecten door heel Nederland, kunnen worden verlaagd. Op bovenstaande afbeelding zijn de spoorgedeelten waar de geluidproductieplafonds worden verlaagd in groen weergegeven. De gemiddelde verlaging bedraagt 2,9 dB.

Bronnen: ProRail, Overheid.nl