
Om overlast van een boerdrij in Erp tegen te gaan, grijpt de gemeente in. Deze bemoeienis is de boerin te veel. Melkveehouder Arlette van den Tillaart zegt bij het Brabants Dagblad: „De bedrijfsvoering is er sinds 1983. De eerste vergunning bestond uit een half A-viertje!’’ Nu staan de gemeente en Van den Tillaart tegenover elkaar in de rechtbank om te bepalen vanaf hoe laat ze de koeien mag melken.
Sinds ze enkele jaren geleden de melkstal vernieuwde, kreeg ze hiervoor ook een nieuwe vergunning. Zo mag ze tussen 19.00 uur en 7.00 uur ‘s ochtends geen kuilvoer uit de sleufsilo’s halen. Ook moet ze een logboek bijhouden over wanneer ze precies gras of mais oogst. Hiermee kan de gemeente nagaan of er tegelijkertijd klachten zijn binnengekomen. Daarnaast heeft ze ook nog een meldplicht voor gras- en maisoogsten. Vanuit allemaal instanties komt er weer wat administratie bij. „En allemaal zeggen ze: dat is toch zó gebeurd? Maar samen zijn het wel 200.000 dingetjes,’’ geeft ze aan bij het Brabants Dagblad.
Eigenlijk gaat de rechtszaak dus over meer dan de starttijd van het melken. Het gaat erom dat Van den Tillaart vrijuit wil werken, maar dat ze door de gemeente, aangesproken door burgers, hierbij wordt verhinderd. Maar of de starttijd zeven, zes of zelfs vijf uur wordt, dat weet Van den Tillaart pas over enkele weken als de rechter zijn uitspraak doet.
Bronnen: Brabants Dagblad, AgriHolland