Proef gestart anders bouwen tegen luchtvaartgeluid

Minister Barbara Visser en wethouder Jurgen Nobel knipten bij het fieldlab geluidsadaptief bouwen een lintje door, waarmee verder onderzoek rond geluidsadaptief bouwen officieel kan beginnen. Het is voor het eerst dat we gebouwen nabootsen en aanpassen om te kijken hoe dit precies invloed heeft op vliegtuiggeluid’, zegt Martijn Lugten, onderzoeker aan de faculteit Bouwkunde van de TU Delft en verbonden aan het AMS Institute. Bij deze testopstelling wordt onderzocht of gebouwen zo ontworpen en gepositioneerd kunnen worden dat vliegtuiggeluid minder hoorbaar wordt, waardoor een betere woon- en leefomgeving rond luchthavens ontwikkeld kan worden.

Het onderzoek richt zich op maatregelen die zowel voor bestaande als toekomstige woonwijken bruikbaar kunnen zijn. De proef wordt gedaan met een opstelling die woningen nabootst en is opgebouwd uit 120 containers. Die containers zijn verdeeld in drie straatjes. Het eerste straatje is recht toe recht aan, met rechte wanden, zodat het geluid tegen de wanden heen en weer zal galmen. De tweede straat heeft een loggia, een soort overkapping, waardoor het geluid in theorie minder hoorbaar zal zijn. De derde straat heeft een schuine wand en een diepere overkapping. Daar is de verwachting dat de geluidsniveaus het laagst zijn. Hoe groot de verschillen tussen de straatjes zijn, zal de komende tijd worden onderzocht.

Lugten zegt op de site van de TU Delft: ‘Uit onze eerdere rekenmodellen bleek dat je vliegtuiggeluid kunt beperken via de positionering van gebouwen’, vervolgt Lugten. ‘Het geluidsniveau hangt af van waar je precies staat rond de gebouwen. Maar je hebt natuurlijk ook nog te maken met reflecties tussen gebouwen. Je kunt die reflecties beïnvloeden door de vormgeving van de gebouwen en bovendien door de materialen die je in de gebouwen gebruikt.’

‘Bij de vormgeving moet je bijvoorbeeld denken aan het vermijden van rechte gevels, dus meer schuine vlakken of zorgen dat gebouwen meer overhellen. Als je gevels laat verspringen, zorgt dat er voor dat het geluid meer verstrooid wordt, en dat het geluid niet tussen de gevels blijft hangen maar omhoog wordt gekaatst.’  

‘Daarnaast kun je met materialen op de gevel het geluid gedeeltelijk absorberen. Dan moet je bijvoorbeeld aan poreuze materialen denken. In de poriën wordt geluidsenergie omgezet naar warmte-energie. We kijken nu ook naar het verbeteren van die poreuze materialen, bijvoorbeeld door er luchtkolommetjes in te brengen (resonatoren) die er voor zorgen dat er meer (vooral lage) tonen kunnen worden geabsorbeerd. Geluidsabsorberende materialen worden al langer toegepast maar vooral binnen gebouwen en niet aan de buitenkant, zoals wij doen.’

Bronnen: TU Delft, Nieuws.nl