Ecoloog Luc Hoogenstein (49) staat in het stadspark, vlak bij zijn huis. Hij steekt zijn vinger op. In Trouw zegt hij: “Hoor je dat? Stilte…” Zijn groene buurt, in het Utrechtse Lunetten, ligt ingeklemd tussen spoor en snelweg. “Normaal hangt hier een deken van geluid. Scooters, intercity’s en auto’s.” Alle ruis viel abrupt weg afgelopen weken. Daar kwam wat voor in de plaats: een kakofonie van vogelgekwetter. Doordat er minder verkeer rijdt, zijn ze bovendien actiever.
Wandelend begint Hoogenstein te benoemen wat hij hoort. Een witte kwikstaart, een heggenmus, veel tjiftjafs. Een specht zit te roffelen. “Een grote bonte. Zie je hem, met zijn rode broek?” Hij wijst omhoog. Hoogenstein loopt hier vaak, vogels zitten er altijd veel. “In deze stilte kwettert hier meer. Dat is echt opvallend.”
“De stilte is een van de kleine voordelen in deze vreselijke crisis.” Qua timing is deze rust voor stadsvogels ideaal, zegt Hoogenstein. Ze zoeken nu een plek voor hun nest en zullen dichter bij wegen en sporen nestelen, denkt hij. Hij vreest niet dat ze hun nest verlaten, als het kabaal terugkeert. “Hun drang om te voeden is onstuitbaar. Als ze een nest hebben, dan blijven ze.”
Bron (met het uitgebreide artikel): Trouw