Luidere roep: ‘geluid evenementen moet zachter’

Volgens de vereniging van keel- neus- en oogartsen moet de volumeknop van de horeca gedwongen terug gedraaid worden. Ook productiebedrijven, verhuurders van geluid en diverse artiestenkantoren scharen zich achter de oproep van kno-artsen. Op deze manier willen ze de hoeveelheid gehoorschade door het harde geluid verminderen. Geschat wordt namelijk dat 10 á 20 procent van de bevolking last heeft van tinnitus, een hoge piep in de oren.

“Tot nu toe heeft de horeca vrij spel gehad”, geeft Henri Marres, voorzitter van de Vereniging voor Keel-Neus-Oorheelkunde aan bij NOS. Er is nog een plafond van 103 dB in de horeca of op festivals, maar hierbij wordt ervan uitgegaan dat men gehoorbescherming draag. De grens moet volgens de WHO namelijk op 100 dB liggen. Hier is de kno-vereniging het mee eens. De de vereniging heeft met het ministerie van Volksgezondheid en de branches al geprobeerd afspraken te maken.

De huidige afspraken zijn in 2018 in een convenant opgesteld. “De grote uitblijver bij de ondertekenaars van dit convenant is de Koninklijke Horeca Nederland”, aldus Marres. De reden hiervoor is dat de horeca bang is dat de bezoekers wegblijven, omdat de beleving van de muziek toch anders zal zijn. Ook vinden ze dat het dragen van oordopjes ieders eigen verantwoordelijkheid is. De horeca houdt zich dan ook vaak niet aan het convenant en cafés krijgen hier bijna nooit een boete voor.

Oordopjes

Woordvoerder van het Amsterdamse poppodium Paradiso, Jerry Oortwijn, geeft bij het Parool aan dat ze ook proberen de geluidproblemen door te harde muziek bij hun gasten onder de aandacht te brengen. Zo staat op hun tickets ‘Denk aan je oren en draag gehoorbescherming.’ Ook geven ze gratis eenmalig bruikbare oordopjes weg en verkopen ze herbruikbare voor drie euro. “Niet iedereen doet dat natuurlijk, maar wij zien sinds corona wel een toename. De automaat moet steeds vaker worden bijgevuld.”

Kan het geluid dan niet wat zachter, als iedereen toch oordoppen zou moeten dragen vroeg het Parool aan Oortwijn? Hij geeft aan dat dat moeilijk gaat. “We kunnen wel een richtlijn geven, maar het ligt ook aan de artiest, hoe hard die wil spelen. Een versterker gaat bijvoorbeeld tot standje 10, maar sommige rockbands willen bij wijze van spreken het liefst op 11 spelen.”

Daniel van der Drift van audioproductiebedrijf Stage Pro, is als technicus actief in de Verenigde Staten en Canada en werkt samen met grote festivals. Het verlagen van de decibelnorm naar 100, waar ook de Wereldgezondheidsorganisatie voor pleit, is volgens hem goed mogelijk zonder dat dit afbreuk doet aan de live-beleving. “Wij stonden laatst met een coverband van Queen in de Ziggo Dome. Het dak ging er volledig af en het was echt hard genoeg. De techniek is de afgelopen jaren zo geavanceerd dat je een sound zo dik en krachtig kunt maken zonder dat die decibels omhoog hoeven.”

Verenigde Staten

Van der Drift in Het Parool: “Er wordt in de VS en Canada veel strakker en beter gelet op het voorkomen van gehoorschade, zegt hij. We lopen in Nederland te klagen dat we zo graag die beleving willen en de muziek willen voelen, maar ik vraag het me af of dat wel de belangrijkste drijfveer is om naar een event te gaan. Als we dit geluidsniveau blijven volhouden en er niet snel meer bewustwording komt rond gehoorbescherming, dan zijn veel vaste bezoekers over circa tien jaar stokdoof.’’

Dutch disease

Een ander bezwaar tegen lagere geluidnormen komt voort uit de ‘Dutch disease’, zegt Oortwijn die met dat begrip verwijst naar de onhebbelijke gewoonte van veel Nederlanders om door een concert heen te kletsen. Bij een geringer muziekvolume wordt dat nog hinderlijker.

Bronnen: NOS, Het Parool (1), (2)