
In Duitsland moeten alle deelstaten twee procent van hun grondgebied reserveren voor windprojecten. Bij de aan Nederland liggende staten wordt vooral de grens uitgekozen. Bij Winterswijk, Babberich en Nijmegen maken inwoners zich zorgen over de windmolenzones.
Henk-Jan Kooij, onderzoeker planologie aan de Radboud Universiteit, legt bij de Gelderlander het volgende uit: ,,Als je kijkt naar de kaart van windmolenparken, dan zie je dat Duitsland door heel het land windmolenparken heeft en wil bouwen. Ze kunnen ook niet anders: wij hebben de Noordzee, waar we veel windmolens neer kunnen zetten.” Verder staan er in het Ruhrgebied veel grote fabrieken die moeten verduurzamen. Het plaatsen van windmolens in de buurt is dan wel zo handig. Daarnaast is het grensgebied het minst bevolkt.
John Tampoebolon, burgerinitiatief ‘Tegenwind in het Reichswald’ met Duitse én Nederlandse leden, geeft aan bang te zijn voor aantasting van het natuurgebied het Reichswald. ,,Ook het unieke stuwwallandschap aan de Nederlandse kant verandert helemaal als er op de grens 250 meter hoge windmolens verrijzen,” zegt hij bij de Gelderlander.
De Nederlandse overheden kunnen niks doen aan de plannen. De Duitse overheid moet zich wel aan de Europese regels houden. Een verschil met Nederland is dat in Duitsland de regels omtrent windmolens tot en met mei erg versoepeld zijn. Ze mogen daardoor dichter bij huizen gebouwd worden.
Bron: de Gelderlander, Algemeen Dagblad