Het Vierde Convenant Preventie Gehoorschade Versterkte Muziek is op 6 december ondertekend door de betrokken partners, waaronder nieuwe toetreders Koninklijke Horeca Nederland (KHN) en de Vereniging voor Podiumtechnologie (VPT), de negen bestaande partners en staatssecretaris Maarten van Ooijen namens het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De bestaande convenantpartners verwelkomen KHN en VPT, die er negen jaar lang niet wilden meedoen. Hiermee is een belangrijke stap gemaakt in de bescherming van zowel werknemers als bezoekers tegen mogelijke gehoorschade door (te) hard geluid. Doordat geluidstechnici en horecagelegenheden zich hebben aangesloten bij het convenant, bereiken de afspraken om gehoorschade te voorkomen praktisch gezien alle branches waar versterkte muziek het primaire doel is, of een belangrijke ondersteunende rol speelt.
Afspraken
Het doel van het convenant is om bij te dragen aan de preventie van gehoorschade door bezoekers en werknemers van muziekactiviteiten op een voor het gehoor zo veilig mogelijke manier van de muziek te laten genieten. Om dit te bereiken hebben de twaalf convenantpartners op zes hoofdonderwerpen afspraken gemaakt: geluidniveaus, geluidsmetingen, gehoorbescherming, voorlichting aan bezoekers, deskundigheidsbevordering van werknemers en kennis en onderzoek. Door de convenantpartners wordt rekening gehouden met maximale geluidniveaus, wordt voorlichting gegeven over gehoorschade en op locatie zijn oordoppen met muziekfilter beschikbaar. KHN-voorzitter Marijke Vuik: “Wij vinden het belangrijk dat er aandacht is voor het stijgende aantal mensen dat een gehoorbeschadiging heeft. In horecabedrijven zoals koffiezaken of restaurants is dit uiteraard helemaal geen issue. Maar in horecagelegenheden waar versterkte muziek wel voorkomt, wil de horeca er natuurlijk voor zorgen dat gasten er op een veilige manier van kunnen genieten en dat medewerkers op een gezonde wijze kunnen werken.”
De VPT vertegenwoordigt in het convenant de technische kant van de podiumkunsten op uiteenlopende plekken, van buurthuizen tot grote theaters en evenementen. Antoinette Wijffels, bestuurslid van VPT: “Onze leden zijn als geen ander in staat om kennis en ervaring rondom geluidsbeheersing te delen op plekken waar dit nu nog onvoldoende aanwezig is.”
Altijd oordoppen mee
Staatssecretaris Maarten van Ooijen (VWS): “Ik ben blij dat het gelukt is om met zoveel partijen opnieuw de samenwerking te vinden. Extra bijzonder is dat nu ook de horeca en podiumtechnici van nog meer locaties aan boord zijn. Hierdoor wordt ons bereik veel groter. We werken aan een toekomst met verantwoorde geluidsniveaus op alle plekken met versterkte muziek. En natuurlijk blijven we wijzen op het gebruik van oordoppen met muziekfilter om je gehoor te beschermen, want het is echt super belangrijk voor iedereen om altijd oordoppen mee te nemen en te gebruiken als je bijvoorbeeld naar een concert gaat. Met de afspraken uit dit convenant wordt gezondheidswinst en vooruitgang geboekt bij het voorkomen van gehoorschade op ontzettend veel plekken met versterkte muziek.”
Poppodia, festivals, bioscopen en sportscholen werken al sinds 2014 samen om de kans op deze ernstige vorm van gehoorschade zoveel mogelijk te voorkomen. En met succes. In weinig landen is de oordop inmiddels zo ‘sexy’ als in Nederland.
Waarom nu?
De reden dat de KHN eerder niet het convenant wilde ondertekenen, was dat ze niet zaten te wachten op extra regelgeving en kosten. Doordat er nu een gefaseerde aanpak is afgesproken na een dringende oproep uit de Tweede Kamer, doet de brancheorganisatie nu toch mee. Het plan is dat clubs en discotheken in 2024 en 2025 onder handen worden genomen. Pas in 2026 zijn cafés aan de beurt.
Nog steeds zorgen om gehoorschade
Volgens kno-arts Dennis Kox betekent dit niet dat alle oren nu veilig zullen zijn in de horeca. Niet alle kroegen zijn lid van de KHN. Of zij zich aan het convenant zullen houden, is dus maar de vraag. Patiëntenorganisatie Hoormij.NVVS vertelt dan ook bij de Stentor: ,,Ook bij de norm van 103 dB lopen mensen kans op gehoorschade, dus wij blijven pleiten voor verlaging van de norm naar 100 dB, en een wettelijke verplichting daarop.” Verlaging van de norm is ook het advies van de Gezondheidsraad. Van Ooijen ziet wetgeving niet zitten, aangezien dat duur zou zijn en het toezichthouden moeilijk is.
Bronnen: Rijksoverheid, de Stentor